Uit het FD:
Voorstel Wouter Bos gaat voorbij aan corrigerende werking van de markt
Iedereen met lagere marge dan plafond ziet zich plots gelegitimeerd de prijzen te verhogen
Het pleidooi van Wouter Bos om de winstmarge van de farmaceutische industrie aan een maximum te binden is verrassend (FD 20 en 21 januari). Klaarblijkelijk lukt het zijn organisatie VUmc niet om de nieuwe, specialistische geneesmiddelen scherp in te kopen. Hij steunt hij het streven om op internationaal niveau over prijzen te onderhandelen, samen met geestverwante landen zoals België en Oostenrijk. Als voormalige minister van Financiën kiest hij voor een vertrouwd instrument, namelijk in het wegbelasten van alle winst boven 10%.
Hoge geneesmiddelenprijzen zijn niet van vandaag of gisteren. Alle denkbare remedies zijn intussen overwogen en toegepast om prijzen te drukken, zonder al te veel resultaat. Prijsvoorschriften, inkoopbundeling, vergoedingenrestricties, voorwaardelijke toelating, volumebeperkingen, noem maar op. Zolang een geneesmiddel uniek is, veel therapeutische waarde heeft, door octrooien wordt beschermd en er welvarende samenlevingen zijn zoals de onze, blijft het rommelen in de marge, zo lijkt het.
Juist daarom is het nodig te blijven zoeken naar lagere medicijnprijzen. Helaas valt er op inhoudelijke gronden het nodige af te dingen op het voorstel van Bos. De maatregel sorteert geen direct effect op het probleem van de dure geneesmiddelen en het margeplafond is erg willekeurig gekozen. Maar er zijn meer bezwaren: gebrek aan draagvlak, moeilijke handhaafbaarheid, simpele ontwijkmogelijkheid en quasi-legitimatie voor slecht gedrag. Een Nederlandse ‘Einzelgang’ is zinloos, Europese wetgeving is vereist. Industrielanden als Duitsland en Frankrijk zullen echter totstandkoming blokkeren. Lang niet alle farmabedrijven houden zich alleen met geneesmiddelen bezig. Ze bieden ook onderdak aan laagrenderende niet-farma activiteiten (chemie, veterinair, landbouw).
Hoe haal je die uit elkaar? Europese bedrijven kunnen zich makkelijk onttrekken aan de maatregel door de statutaire zetel naar een jurisdictie buiten de EU te brengen. Londen biedt zich vast wel aan als vestigingsplaats. Een door de wetgever aangebracht marge- of prijsplafond heeft altijd een aanzuigende werking ‘van onderen’. Iedereen met een lagere marge dan het plafond ziet zich plots gelegitimeerd de prijzen te verhogen tot het plafond is bereikt. De in 1961 in ons land ingevoerde Prijzenwet is mede om die reden later weer afgeschaft.
De suggestie van Bos heeft echter ook een duidelijk pluspunt. De prijsproblematiek is niet beperkt tot nieuwe, dure middelen. Het gaat breder: van prijsexplosies van gedateerde producten, ‘across-the-board’ prijsstijgingen tot onverklaarbare prijsverschillen tussen nationale markten, ook binnen de EU. Met zo’n margemaximalisatie zet je ook daarop een rem.
De prijszetting door Gilead van het hepatitis C-medicijn Solvaldi wordt vaak gezien als een sprekend voorbeeld van misbruik van een dominante positie op de markt. Dat vermoeden was ook aanleiding voor het onderzoek van een Amerikaanse Senaatscommissie naar de prijs van dit opvallend dure middel. Lastig kwantificeerbare overwegingen zoals de therapeutische waarde, het marktpotentieel, de gebruiksduur, de resterende octrooiduur en de technologische voorsprong op de concurrentie bleken een belangrijke rol te spelen. Hoe moet je daar straks als wetgever over oordelen in de zoektocht naar aanvaardbare prijzen en marges? Is de door Bos voorgestelde winstmarge van 10% overall voldoende om tenminste de gemaakte ontwikkelingskosten en actuele bedrijfskosten te compenseren? Hoe kan het dat de hoog risicovolle farma-industrie genoegen moet nemen met een winst van 10%, terwijl de door Bos genationaliseerde ABN Amro in 2015 beloond werd met een marge van 20%? Waren de risico’s bij deze staatsbank zo extreem groot?
Gilead had in 2015 een winstmarge van 55%. De cijfers over 2016 zijn nog niet bekend. Wel is de koers van het aandeel gezakt van $?120 naar $?75. De beurs verwacht niet dat Gilead de winstgevendheid van 2015 kan vasthouden.
Of deze ontwikkeling de ex-politicus Bos overtuigt van de corrigerende werking van de markt is onwaarschijnlijk. Zijn voorstel is uiteindelijk volledig politiek gemotiveerd. Dat mag, maar het zegt weinig of niets over de vraag of het gerechtvaardigd en verstandig is.
Harry Suykerbuyk is opgeleid als apotheker, bekleedde managementposities in de geneesmiddelensector en was verantwoordelijk voor het geneesmiddelenbeleid op VWS.