De bedrijfsinvesteringen in Nederland zijn terug op het niveau van voor de kredietcrisis. Tot voor kort was dit vooral te danken aan het grootbedrijf, maar ze beginnen nu ook in het midden- en kleinbedrijf aan te trekken, blijkt uit de Investeringsbarometer van ING.
‘Mkb-ondernemers zagen lange tijd geen ruimte om te investeren', zegt ING-econoom Katinka Jongkind in een toelichting. 'Maar dankzij een combinatie van positieve economische vooruitzichten en een verbeterde financiële positie komen de investeringen nu ook in het mkb op gang.'
Sectoren
Vooral in de industrie, de groothandel en bouw is de investeringsbereidheid groot. Dankzij de export is de industrie sneller hersteld van de economische recessie dan sectoren die zich op de binnenlandse markt richten, legt Jongkind uit. Hetzelfde geldt voor de groothandel.
Beide internationale sectoren hebben inmiddels weer voldoende financiële armslag om te investeren. De bouwsector profiteert met name van een sterk aantrekkende woningmarkt. Daarentegen is de bereidheid om te investeren in de detailhandel en transport nog zeer laag.
Financiering
Als ondernemers investeren, doen ze dat voor uit de eigen middelen. Dat geldt voor bijna 80% van de mkb’ers. Van bankfinanciering maakt maar 40% gebruik. Dit verschil is overigens niet opmerkelijk. De geschiedenis leert dat ondernemers in een herstelfase altijd eerst nieuwe projecten vanuit de kasstroom financieren en pas later bankkredieten opnemen.
Van alternatieve financieringsmogelijkheden zoals crowdfunding en factoring maken de mkb’ers relatief weinig gebruik, aldus ING, dat zijn barometer baseert op een enquête onder ruim 700 ondernemers.
Eind vorig jaar meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) al dat mkb’ers positief zijn in hun verwachtingen voor 2017. Ze verwachten volgend jaar meer omzet, hogere investeringen en uitbreiding van de werkgelegenheid.
Vooral ondernemers in het middenbedrijf (ondernemingen met 50 tot 250 werknemers) bleken positief in hun verwachtingen voor dit jaar. Zij zijn vaker optimistischer dan ondernemers met kleinere bedrijven (5 tot 50 werkzame personen), al zijn ondernemers in het kleinbedrijf ook per saldo positief gestemd.