ch@rter schreef op 16 maart 2017 21:32:
Shorten in jip en janneke
Om aandelen te kunnen verkopen die je niet eerst hebt gekocht, zult je ze toch in je bezit moeten krijgen. Als je ze niet wilt stelen, zul je ze moeten lenen. En dat kan bij een partij die heel veel aandelen in bezit heeft voor de langere termijn, zoals een bank, verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds. Voor het lenen betaalt die belegger een vergoeding.
Om deze aandelen te mogen lenen, moet de belegger de onderliggende waarde kunnen dekken oftewel ‘hedgen’. De onderliggende waarde van de geleende aandelen wordt op een geblokkeerde bankrekening gezet, zodat de uitlenende partij de garantie heeft dat de belegger voor de geleende aandelen kan betalen als dat nodig mocht zijn.
De belegger verkoopt vervolgens de geleende aandelen (zeg: tegen 6 euro). Dan gaat, volgens verwachting van de belegger, de koers dalen. Vervolgens koopt de belegger de aandelen tegen die lagere koers, en geeft nu de geleende aandelen terug aan degene van wie hij de stukken geleend heeft.
Hoe verdient de belegger hier nu zelf geld aan? De geleende aandelen had hij al verkocht voor 6 euro per aandeel. Nu geeft hij de aandelen terug, die hij heeft teruggekocht voor bijvoorbeeld 5,50 euro per aandeel. Hij verdient nu dus 0,50 per aandeel, en dat is zijn winst. Van deze winst moet echter nog de vergoeding (premie) worden afgetrokken.