Provinciale weg gaat klimaatverandering tegen
Gepubliceerd op 10 oktober 2017
Deel dit op
Een weg die met 21 innovaties zoveel CO2 bespaart dat deze zelfs een bijdrage levert aan het tegengaan van klimaatverandering. Aannemersbedrijf BAM won de innovatieve en uitdagende aanbesteding voor de N211 die de provincie Zuid-Holland uitzette. “Dit is nog nooit vertoond in Nederland.”
Het streven van de provincie was om 4.000 ton CO2 te besparen die bij de werkzaamheden aan de weg tussen Den Haag en het Westland vrij zou komen. Het winnende plan gaat uit van 21 innovaties die maar liefst 13.000 ton CO2 compenseren.
“De weg compenseert niet alleen CO2 maar neemt boven die 4.000 ton CO2 nog eens 9.000 ton op”, aldus Ronald van Hulst, directeur BAM Infra Regionaal. De weg krijgt daarmee een voorbeeldfunctie, stelde gedeputeerde Floor Vermeulen tijdens een persgesprek op vrijdag 15 september over de weg. “We hebben aannemers gestimuleerd de weg aan te leggen met de duurzame technologie van morgen. En we hebben ruimte geboden aan veldtesten van de duurzame oplossingen van overmorgen.” Dat alles doet de provincie niet alleen om het eigen wegbeheer te vernieuwen, maar ook om andere overheden te inspireren. “We dragen met deze weg echt bij aan klimaatdoelstellingen. Als het klaar is, zijn andere overheden van harte welkom om te komen kijken. Want hier liggen de innovaties letterlijk voor het oprapen.”
Warmte- en koudeopslag
In het najaar van 2018 moet de weg af zijn. De werkzaamheden starten in het eerste kwartaal van 2018. Maar over welke innovaties hebben de betrokken partijen het? Giel-Jan Bogaert van BAM Infra Nederland schetst een aantal innovaties. De weg krijgt een warmte- en koudeopslag.
“Daarmee wordt niet alleen in de winter de weg sneeuwvrij gehouden, maar we verwarmen en koelen er ook bedrijven en woningen in de omgeving mee. Het neveneffect is dat de weg in de zomer wordt gekoeld, waardoor deze een langere levensduur kent.” Daarnaast krijgt de N211 lantaarnpalen met verticaal geïntegreerde zonnepanelen.
Lennert van den Berg van FlexSol Solutions uit Delft: “Op deze verticale geïntegreerde palen blijft geen vuil zitten. We leveren ze tot aan de woestijn. En nu dus ook in Nederland.”
Zo vlak mogelijk aanleggen
BAM legt de weg zo vlak mogelijk aan. Bogaert: “Dat lijkt simpel, maar dat is het niet. Want je moet daar met de constructieopbouw al rekening mee houden. Maar als deze voldoende strak blijft, kunnen we 2,5% van het brandstofverbruik van automobilisten op de weg terugdringen. Deze pilot is op deze schaal nog nooit gedaan. We gaan dan ook de resultaten hieruit nauwgezet monitoren.” Zelfs mierenzuur, dat overigens niets te maken heeft met de insecten, maakt deel uit van het project. Max Aerts van het multidisciplinair studententeam genaamd FAST van de Technische Universiteit Eindhoven: “CO2, water en duurzame elektriciteit voegen we samen tot een vloeistof die we weer terug omzetten in energie. Dat systeem is bedacht als range extender voor een bus. De bus kan daarmee dus langere afstanden afleggen. Maar het mooie is dat we hier de mogelijkheid hebben het in een andere omgeving te testen. Tijdens de bouwfase voor bouwstroom, in plaats van dieselgeneratoren, maar ook in een andere context als energie voor tuinders.”
Kijken naar de laagste kosten
“We hebben vele soorten toepassingen van zonnepanelen”, voegt Bogaert daaraan toe. “We gaan houten portalen voor verkeerslichten toepassen en er komt een educatief speeltoestel over duurzaamheid bij de ontmoetingsplaatsen.” Ook een ‘mini-energiecentrale’ mag niet onvermeld blijven, stelt Bogaert. “Samen met ABC Westland leggen we zonnepanelen op hun daken.” William Harding van Sweco, het ingenieursbureau dat de uitvraag begeleidde, noemt het project bijzonder. “Vooral omdat hier niet naar de laagste prijs is gekeken, maar over de hele levensduur van een weg, naar de laagste kosten. Daar kan de BV Nederland van leren. Dit project is dan ook prima op te schalen naar andere wegen en andere overheden en aannemers.” Dat is precies de bedoeling, zegt gedeputeerde Vermeulen tot slot. “Dit verandert de manier waarop wij als provincie onze wegen vormgeven. Met nog meer contact met de omgeving. Denk aan het bedrijfsleven, omwonenden en gemeenten. Zo geven we concreet invulling aan de ambities in het nationale klimaatakkoord.”