Deel 3
Een dag voor de gong hebben we de beursgang afgeblazen
“Goed, wij konden dus economisch rendabel FDCA produceren. Maar wat ga je met die chemische bouwsteen doen? De grootste fout die ik toen heb gemaakt, is luisteren naar bankiers. Zij waren ervan overtuigd dat investeerders vooral geïnteresseerd waren in biobrandstof. Dus gingen wij met onze technologie biobrandstoffen ontwikkelen. We kochten een auto en bouwde die om voor biobrandstof. En daarna testen, testen en nog eens testen. Toen raakte het geld op. Onze investeerders zaten er al zo’n 7 jaar in en wilden wel eens naar een exit toe. We hebben toen besloten het bedrijf naar de beurs te brengen en het hele circus opgetuigd: prospectus geschreven, roadshow gehouden en ga zo maar door. Het zag er goed uit, we zouden 30 miljoen gaan ophalen. Maar in november 2007 stortte de AEX in door het uitbreken van de kredietcrisis en een dag voor de gong hebben we de IPO teruggetrokken. Ontzettend pijnlijk, ook omdat we al meer dan een miljoen hadden geïnvesteerd in de voorbereiding van de beursgang. Het feest dat we hadden georganiseerd in Beurs van Berlage hebben we wel door laten gaan, dat was toch al betaald. We hebben met George Baker dronken in de lampen gehangen. Maar de volgende dag kwam de kater: waar moesten we nu het geld vandaan halen? Onze investeerders hadden zich al rijk gerekend, je begrijpt dat we toen behoorlijk met ze in de clinch hebben gelegen.”
Schikking in patentzaak New York geeft even lucht
“Enige voordeel van de voorbereiding op de beursgang was dat ik met andere investeerders in contact was gekomen die wel interesse hadden. Toen we er na maanden onderhandelen eindelijk uit waren en ik de deal aan onze bestaande investeerders voorlegde, wilden die geen akkoord geven. We hebben toen een half jaar hele moeilijke discussies gehad met onze aandeelhouders; zij zochten een exit, terwijl wij wilden werken aan de volgende fase van de onderneming. Dit terwijl de bestaande business daalde door kredietcrisis. Gelukkig leverde een schikking in een patentzaak met een grote oliemaatschappij in New York nog enkele miljoenen op, waardoor we weer wat lucht kregen. Uiteindelijk hebben we in 2008 – met een investering van Aescap, Capricorn en ING – de onwillige aandeelhouders uitgekocht. Dat was nog best even spannend, omdat ING twee dagen voor ze in zou stappen staatssteun kreeg. Gelukkig hielden de mensen bij corporate investments hun rug recht, ik ben ze daar nog steeds erg dankbaar voor. We hebben vervolgens ook onze pharma-afdeling verkocht. Dat is nu het zelfstandige bedrijf Crystallics, dat bij het AMC zit. Avantium ging verder als een chemisch technologiebedrijf gericht op renewable chemistry, waar we de grootste kansen zagen. De volgende stap was het opschalen van onze FDCA-technologie, waarvoor we een proeffabriek hebben gebouwd in Geleen. Het kapitaal daarvoor hebben we in 2011 opgehaald door enkele nieuwe investeerders aan boord te halen waaronder het in Parijs gevestigde Sofinnova, een van de grootste venture capital fondsen uit Europa.”
Kom maar terug als je een fles kunt blazen
“In plaats van ons te richten op de toepassing van biobrandstoffen, hebben we toen ingezet op het gebruik van FDCA als bouwstof voor een nieuw soort plastic: PEF. Op laboratoriumschaal lukte dat, maar het wordt pas interessant als je grotere volumes kunt produceren. Om de productie op te kunnen schalen hadden we een partner nodig. Ik ben toen bij alle grote chemieconcerns langs gegaan, maar geen van alle durfden het aan. Ze vonden het te riskant of een bedreiging voor hun eigen business. Dat conservatisme herkende ik wel. Het grote geluk was dat Coca-Cola precies op dat moment een nieuwe verpakking lanceerde: de PlantBottle. Dit was een PET-fles die voor 30% van planten was gemaakt. Ook kondigden ze aan hun verpakkingen verder te willen verduurzamen naar een 100% plant based fles. Met een gelikte PowerPoint over ons proces van suiker, naar FDCA naar PEF, zijn we toen als een speer naar Amerika gevlogen. “Kom maar terug als je een fles kunt blazen,” was de reactie na afloop van onze presentatie. Begin 2011 lukte dat op laboratoriumschaal, dus wij opnieuw naar Coca-Cola. Dit keer zonder PowerPoint maar mét “The Golden Bottle”, de nog wat gelige oermoeder van de PEF-fles. Buiten de kleur, was hij in alles beter dan de PET-fles: hij was volledig gemaakt van planten, dunner en liet minder CO2 door waardoor de cola langer houdbaar was. Na ons enthousiaste verhaal bleef het echter doodstil aan tafel, 20 man staarden ons aan. Wat bleek? Ze geloofden ons niet! Heb je enig idee hoeveel malloten een bedrijf als Coca-Cola per dag langs krijgt die beweren dat ze de Holy Grail hebben gevonden?”
Coca-Cola: PEF is het materiaal van de toekomst
“Om zekerheid te krijgen, wilde Coca-Cola dat we 100 kilo PEF zouden leveren. Na een aantal maanden steggelen over alle contracten die daarvoor nodig waren en het intellectueel eigendom, hebben we 5 kilo geproduceerd en naar Amerika gestuurd. En toen: radiostilte. Maar na drie maanden belden ze laaiend enthousiast op: het spul was nog beter dan we ze verteld hadden, het was het materiaal van de toekomst! Begin 2012 was de samenwerking een feit. Vlak erna volgde de samenwerking met Danone om PEF-waterflessen te ontwikkelen. Samen met deze partners zijn we aan de slag gegaan met allerhande testen. Eerst om aan te tonen dat het materiaal veilig is om dranken en voedsel in te verpakken. Vervolgens om te bewijzen dat we mooie, heldere flessen kunnen maken die geblazen kunnen worden op bestaande machines. Ook hebben we aangetoond dat de PEF-flessen recyclebaar zijn. De meeste mensen denken dat een biobased plastic zoals PEF ook biologisch afbreekbaar is, maar het is gekwalificeerd als een recyclebaar materiaal, zodat je van een gebruikte PEF fles dus weer een nieuwe fles kunt maken. Biologische afbreekbaarheid klinkt mooi, maar het is niet compatibel met de eisen van voedselveiligheid: een cola fles moet 6 maanden op de plank kunnen staan. Als je dat probeert met een biologisch afbreekbare fles, komt het afgebroken plastic eerst in de cola terecht en vervolgens eindig je met een plas cola en afgebroken plastic in de ijskast. Partijen als Coca-Cola en Danone hebben ons op het hart gedrukt om ons volledig te richten op het recyclen van PEF.”
Coca-Cola en Danone investeren in Avantium
“Al met al hebben we met PEF een fantastisch product in handen waarmee we voorlopig weinig te duchten hebben van concurrenten. We gaan er in onze business case niet van uit dat er een “Green Premium” voor betaald gaat worden, dat zijn de extra kosten die een consument voor een groen product moet betalen om de hogere kosten van hernieuwbare variant te compenseren. PEF is een totaal nieuw product, geproduceerd op basis van hernieuwbare grondstoffen, dat weliswaar nu nog duurder is dan PET – het product waarmee het concurreert – maar wel betere producteigenschappen heeft. We richten ons nu met name op kleinere flessen voor koolzuurhoudende dranken en andere verpakkingen waar PET niet geschikt voor is. Om die reden moet je het vergelijken met aluminium blikjes en glazen flessen die aanzienlijk duurder zijn dan PET, waardoor we ook op prijs kunnen concurreren. De rol van Coca-Cola en Danone is bijzonder, want zij zijn in 2014 ook toegetreden als investeerder in Avantium; een fantastisch blijk van vertrouwen dat we op het juiste spoor zitten.”