Dit voorjaar steeg de Amerikaanse tienjaarsrente, ijkpunt voor de obligatiemarkten, door de 3%. Het werd gezien als een keerpunt. Maar maanden later is er niets veranderd. De tienjaars is blijven steken rond die 3% en een ‘armageddon’ is uitgebleven
Ralph Wessels, hoofd beleggingsstrategie ABN Amro
'Ja, ik weet het nog wel, toen de rente door de 3% ging. Het zou een enorme impact hebben, maar ik geloofde daar eigenlijk niet zo in. Die paar basispunten luisteren niet zo nauw.
In theorie zou een oplopende rente aandelen, qua risico-rendement, minder interessant moeten maken. Althans, als je ze vergelijkt met obligaties. Beleggers, door de lage rente gedwongen aandelen te kopen, verleggen hun aandacht weer naar obligaties. Dat zou een correctie op de beurzen tot gevolg kunnen hebben. Maar dat is theorie.
Serieuzer is de omgekeerde rentecurve. Een stijgende, lange rente zou dat kunnen voorkomen. Die weerspiegelt namelijk hogere groei- en inflatieverwachtingen. Bij de laatste banencijfers zag je die verwachtingen oplopen.
Dat zou goed nieuws zijn. Maar de tienjaarsrente zal volgens ons dan niet heel snel gaan stijgen. Er ligt een zware weerstand, net boven die 3%. Daarna denken we dat de rente geleidelijk oploopt en dat de markten zich hieraan makkelijk aanpassen. Voor het eind van het jaar gaan wij uit van 3,1% en dat het daarna niet veel verder meer stijgt.'
Philip Marey
Philip MareyRabobank
Philip Marey, econoom en Fed-watcher bij Rabobank
‘Of geen haan er meer naar kraait, die 3%? Nou, dat weet ik niet zo zeker. Het is zeker nog wel iets dat speelt op de markten. Alleen gaat die rente niet noodzakelijkerwijs in een rechte streep omhoog.
Kort na de crisis dacht iedereen dat de rente wel weer naar zijn oude niveau van 5% tot 6% zou stijgen. Maar de potentiële groei van de Amerikaanse economie is lager dan gedacht. Ook de inflatie is veel milder dan vroeger. Die drukken de rente, samen met de centrale banken die staatsleningen opkopen.
Tot slot heeft de vergrijzing ook nog een effect. Pensioenfondsen zien staatsobligaties als veilige havens. Kortom, de rente is nooit meer op zijn oude niveau geraakt, maar die 3% valt wel op.
Toch zou ik er tegelijkertijd niet op rekenen dat die rente nog veel verder omhoog gaat. Er is relatief weinig geïnvesteerd, de loondruk is laag. We zullen de komende tijd waarschijnlijk zien dat de rente nu eens boven en dan weer onder de 3% zit.’
Wim Zwanenburg, beleggingsstrateeg bij Stroeve & Lemberger
'Wij voorzien geen snelle rentestijging. De Federal Reserve heeft het opkoopprogramma weliswaar gestaakt, maar de afbouw van zijn balans gaat zeer geleidelijk; aflossingen worden grotendeels nog geherinvesteerd.
Met zijn belastingverlagingen heeft Trump het begrotingstekort opgeblazen. Er is een grotere financieringsbehoefte ontstaan, maar dat vormt normaal gesproken geen probleem voor de Amerikaanse financiële markten. De grootste buitenlandse houders van Amerikaans schatkistpapier hebben momenteel nauwelijks mogelijkheden om hun beleggingen te diversifiëren, gezien de nog altijd extreem lage rente in Europa.
Op termijn kan de turbulentie in het beleid en de schade aan de instituties in de VS wel ten koste gaan van de bereidheid om Amerikaanse tekorten te blijven financieren. De Chinezen dreigden al minder nieuwe staatsleningen te kopen. Maar ook zij zijn niet gebaat bij snelle rentestijgingen, want zij zijn al een grote houder van Amerikaanse staatsleningen.
Daarnaast zien we ook de inflatie niet sterk oplopen. In vastrentende waarden beleggen we voornamelijk in korte looptijden.'