Er was eens een man, laten we hem Onno noemen, die een huis wilde bouwen. Onno was geen rijk man maar daar trokken zijn dromen zich niets van aan. Hij wilde het grootste pand van heel het dorp bouwen. De buurt reageerde met verbazing en soms een tikje jaloers op de wilde plannen van onze dromer. Dikwijls hoorde je flauwe grapjes als “hij heeft geen cement te makken”, of, “hij moet eens met beide voetjes op de bouwgrond staan” samen met frikadellen en pittige gehaktstaven over de toonbank van de plaatselijke snackbar gaan. Om het geld voor de bouw bijeen te krijgen moest Onno een beroep doen op de andere dorpelingen en tot ieders verrassing was de familie Particulier bereid om samen met hem eigenaar te worden van het nieuw te bouwen pand. Onno gaf zijn baan als biologieleraar aan de plaatselijke school op en werd fulltime huisbaas - timmerman.
Het lukte Onno om voor E100000 een huis neer te zetten. Het was lang niet zo groot en stevig geworden als hij wilde maar dit was volgens Onno nog slechts het begin. Hij wilde een serre, dakterras, zwembad, garage, tuinverwarming, oprijlaan ....noem maar op. Hij wilde zelfs paardenstallen neerzetten terwijl de enige twee huisdieren, de Vlaamse reuzen knabbel en babbel, al een mooi hok hadden. Waar iedereen een konijn dacht te aaien zag Onno een paard staan. Waar de tuinman het gazon maaide sprak Onno over het gras op de golfbaan. Om zijn grootse plannen te verwezenlijken haalde Onno twee huurders in huis: Abby en Gilles. Zij mochten tegen jaarlijkse vergoeding in het huis gaan wonen maar dan moesten zij wel meehelpen met de uitbreidingsplannen van Onno en dus ook bereid zijn om te klussen. Gilles besloot zelfs om niet alleen te huren maar ook voor een deel eigenaar te worden van het huis.
En toen gebeurde er een groot wonder voor de kleine gemeenschap: er werd olie gevonden onder het dorp. De dorpelingen verkochten massaal hun huizen/grond aan de grootste oliemaatschappij van het land en zagen hun vermogen x100 gaan. Iedereen blij......behalve Onno. Hij wilde zijn droom verwezenlijken en de paardenstallen, serre, oprijlaan etc. zelf bouwen op deze plek. Hij neemt het besluit om een eigen pipeline aan te leggen, de olie op te pompen, raffineren, te kraken en de eindproducten aan de man te brengen om daarmee uit te groeien tot een volwaardig oliebedrijf. Abby en Gilles zouden daarbij moeten helpen te beginnen met graven....
Toeval wil nu dat huurder Abby de dochter is van de baas van de grote oliemaatschappij die de andere dorpelingen heeft uitgekocht. Deze magnaat ziet het liefst alle olie door zijn eigen pipeline stromen en is niet gebaat bij succes van Onno. Hij vraagt zijn dochter om de uitbreidingsactiviteiten van Onno zoveel mogelijk te frustreren. De vader van Gilles, de andere huurder, is eigenaar van een opkomende speler in de oliesector en zou graag de grond van Onno, zijn zoon en de familie Particulier willen kopen om een spetterende entree te maken in deze markt. Hij vraagt zijn zoon om niet al te enthousiast mee te werken aan de plannen van Onno. En zo geschiedde. Abby verstopt nu het gereedschap, gooit ‘s nachts kuilen dicht en weigert te vertrekken omdat ze huurcontract heeft. Gilles werkt met duidelijke tegenzin aan het verwezenlijken van Onno’s droom wat Onno doet verzuchten dat een man als Gilles niet geschikt is voor dit werk.
Onno is ondanks zijn twee vervelende huurders trots op het feit dat hij zelf aan het graven is. Hij heeft verschillende makelaars de boel laten taxeren en die schatten de waarde van zijn bezit nu op E1 - E1,5 miljoen. Dat is minimaal een vertienvoudiging ten opzichte van de samen met de familie Particulier gedane investering van E100000 en reden voor Onno om de champagne te ontkurken als Piet, gezinshoofd van de familie Particulier, langskomt om de voortgang te bespreken. Piet is echter niet zo vrolijk. Hij heeft gezien dat vergelijkbare huizen in de omgeving voor E10 miljoen verkocht zijn aan de oliemaatschappij en zou graag dat geld op zijn rekening hebben staan. Hij is daarnaast bang dat de opstandige huurders Abby en Gilles nog meer schade aan het bezit toebrengen. Hij is bevreesd dat de olieprijs zal gaan zakken en deze activiteit minder rendabel wordt in toekomst. Hij twijfelt over de kwaliteit van de olie die opgepompt wordt en zou daarom liever nu cashen. En.....hij is boos op Onno dat hij niet wil praten over verkoop omdat hij nu eenmaal “een droom heeft”. Hij vindt dat Onno makkelijk praten heeft omdat hij als huisbaas sowieso de garantie heeft van jaarlijkse inkomen uit het pand die hij als “gewone eigenaar” moet missen.
Vraag is nu: heeft Onno, die verantwoordelijk is voor het binnenhalen van de twee slechte “huurders” (Abbvie/Gilead) en slechts voor klein deel eigenaar van het bedrijf is, nog wel het recht om zelfstandig te willen doorgaan als dit ingaat tegen de belangen van Piet Particulier? Ik vind van niet.