Smallcaps schieten altijd omhoog na een dip, maar nu niet
De beurzen hebben zich aardig hersteld van de eerste coronaklap al profiteren niet alle aandelen van die opleving.
De beurzen hebben zich aardig hersteld van de eerste coronaklap al profiteren niet alle aandelen van die opleving.Foto: Roger Cremers voor FD
In het kortDe aandelenmarkten hebben zich aardig hersteld van de onrust in maart, maar smallcapbedrijven blijven achter.Deze fondsen zijn vaak minder bekend, zitten in kwetsbare sectoren en zijn relatief vaak verlieslatend.Historisch gezien dalen kleine bedrijven op de beurs harder, om vervolgens ook harder te stijgen.
De beurzen hebben zich aardig hersteld van de eerste coronaklap. Maar niet alle aandelen profiteren van die opleving. De prestaties van kleinere bedrijven blijven wereldwijd vooralsnog achter bij de hoofdfondsen. Het verschil bedraagt sinds begin dit jaar zo'n 5%.
In sommige landen is het verschil veel groter. Zo loopt de Midkap 9% achter op de AEX, en de Amsterdamse smallcapindex AScX 14%. In de Verenigde Staten is het gat tussen de Russell 2000-index en de S&P 500 net zo groot.
‘De reactie van kleine aandelen was omlaag agressiever, en het herstel gaat langzamer. Dat is ongebruikelijk’, zegt hoofd Europese aandelen Maarten Geerdink van NN Investment Partners. Normaal gesproken bewegen smallcaps beide kanten op harder dan grotere fondsen.
Kleintjes als laatste
De aandelen zijn minder liquide, wat grotere prijsuitslagen oplevert. En institutionele beleggers die na een koersval de weging van aandelen in hun portefeuille terug op peil moeten brengen, kopen eerst de makkelijk verhandelbare grote fondsen voordat ze zich aan de kleintjes wagen.
Voor het recente verschil in prestaties zijn nog een paar redenen aan te wijzen. Een belangrijke factor is de samenstelling van de indices. Veel grotere fondsen zijn actief in stabiele sectoren zoals IT, levensmiddelen en gezondheidszorg. Bij de kleintjes zitten juist meer kwetsbare sectoren, zoals banken en de industrie.
In de Verenigde Staten drijft de betere prestatie van largecaps voor een belangrijk deel op de allergrootste fondsen, zoals Microsoft en Amazon. Die blijven populair onder beleggers, hebben relatief weinig last van de coronacrisis en kennen inmiddels een zwaardere weging dan ooit in de S&P 500 en de Nasdaq. Zulke grote bedrijven zijn ook wat stabieler omdat ze diversere activiteiten hebben.
One trick ponies
'Kleine fondsen zijn vaak one trick ponies,' zegt Rob Deneke van Juno Investment Partners. 'Dan gaat het of heel goed, of heel slecht. Een bedrijf als Logitech, dat webcams en headsets maakt, was al behoorlijk degelijk, en heeft nu opeens heel veel wind in de rug.'
Smallcaps hebben vaak een wat zwakkere balans. In de Verenigde Staten is zelfs een derde van de index verlieslatend. In onrustige markten is het voor zulke bedrijven moeilijker om zich te (her)-financieren. Banken en beleggers lenen hun geld liever uit aan bekende, solide namen — of eisen hoge vergoedingen.
Voor beleggers valt er onder deze omstandigheden genoeg te kiezen. Pieter Laan, bij IBS Capital Allies verantwoordelijk voor de selectie van externe managers, signaleert dat bijna 60% van de actieve beleggers het beter doet dan de markt. 'Dat komt puur doordat ze vissen in die delen van de markt waar het beter gaat. Het is leuk dat er nog beleggingscategorieën zijn waar je met goed actief beheer nog beter kan presteren.'
Huiswerk
Om het beter te doen dan de markt, moeten actieve beleggers wel hun huiswerk doen. En in toenemende mate moeten ze het stellen zonder de ideeën van analisten van zakenbanken. Sinds de invoering van de Europese marktregels genaamd Mifid II is het voor hen financieel minder interessant om kleine beursfondsen volgen.
Daardoor bevatten bedrijfscijfers vaker verrassingen voor beleggers. En dat wordt alleen maar erger, nu bedrijven hun eigen prognoses schrappen. Als de onzekerheid regeert, kiezen beleggers vaak voor (relatieve) veiligheid.
Het herstel is natuurlijk ook pas jong. Geerdink van NN IP stelt dat het huidige herstel van de markten vooral te danken is aan monetair en budgettair ingrijpen. 'Voor een echte verschuiving richting risicovolle, cyclische categorieën zoals smallcaps moet duidelijker zijn dat de bodem bereikt is. Dat dat nog niet echt gebeurt, laat zien dat we nog niet weten hoe het herstel zal verlopen.’
Bearmarktrally
Het voorlopige dieptepunt van de markten, op 23 maart, is pas iets meer dan een maand geleden. Erik Esselink, smallcapbelegger bij Invesco, put moed uit langetermijntrends: 'Historisch gezien gaan kleinere Amerikaanse fondsen 18% meer omlaag, om na de bodem 35% harder te stijgen.'
Esselink denkt dat de niveaus van eind maart niet snel weer bereikt gaan worden: 'Zo volatiel wordt het niet meer.' Veel beleggers zien in de herstel van de markten een bearmarkt-rally: een tussentijdse opleving in een neerwaartse trend. Dat deert Esselink niet: 'Als ik een idee heb wat een bedrijf over drie jaar waard is, ben ik bereid om het te kopen. Ook als het morgen nog wat omlaag gaat, want over drie jaar is deze recessie zeker voorbij.'
Bron FD.
Accsys blijft ook ver achter ondanks dat het al zwaar afgestraft is.