Kleinzoon (12) wil vaccin om doodzieke oma te bezoeken, wint van vader in rechtbank
Een onenigheid over het coronavaccin tussen een 12-jarige jongen uit Groningen en zijn vader is uitgelopen op een juridisch conflict. De middelbare scholier wil zich graag laten vaccineren tegen het virus zodat hij veilig zijn oma kan bezoeken, die vanwege uitgezaaide longkanker op sterven ligt. Zijn vader wil daar niets van weten, omdat hij vreest voor de bijwerkingen van de prik op de lange termijn. De jongen liet het er niet bij zitten en stapte naar de rechter om zijn gelijk te halen.
Sebastiaan Quekel 23-09-21, 13:50 Laatste update: 13:57
Jongeren onder de 16 jaar moeten samen met hun ouders een beslissing over dit soort medische zaken nemen, maar bij onenigheid gaat de wens van de jongere zelf voor. Zoals de Rijksoverheid het verwoordt: ,,Kom je er echt niet uit samen? Dan mag je uiteindelijk zelf beslissen of je je laat vaccineren.”
Gescheiden ouders
De 12-jarige jongen, die in de eerste klas van de middelbare school zit, is een groot voorstander van het vaccin en vroeg onlangs aan zijn ouders of hij een prik mocht halen. Zijn ouders zijn gescheiden en staan niet op goede voet met elkaar. Volgens de rechtbank kunnen zij niet goed met elkaar communiceren als het gaat om zaken die in het belang van de jongen en zijn jongere broer moeten worden geregeld. Deze verstoorde verhouding valt de jongens zwaar, constateert de rechter.
De moeder van de 12-jarige vindt het geen probleem als haar zoon zich laat vaccineren. De vader denkt hier anders over en eist van zijn zoon en ex-partner dat het niet tot een vaccinatie komt. De situatie in het gezin liep dusdanig uit de hand dat een weg naar de rechter kennelijk de enige optie bleek.
Levensbedreigend
De 12-jarige jongen vertelde de rechter dat hij geen enkel risico op besmetting wil lopen en hij bovendien de kans dat hij anderen besmet ook voor zoveel mogelijk wil beperken. Maar bovenal gaat de tiener gebukt onder de ziekte van zijn oma. Die is als gevolg van uitgezaaide longkanker in de laatste fase van haar leven aangekomen. Haar kleinzoon wil in de tijd die haar nog gegeven is, contact met haar kunnen hebben. Dat is voor de jongen alleen niet mogelijk, omdat hij niet gevaccineerd is. Hij is bang dat hij mogelijk zijn oma zal besmetten. Dit zal voor haar direct levensbedreigend zijn, verwacht hij.
De vader weigert desondanks toestemming te geven. Hij meent dat zijn oudste zoon zelf niet een zodanig risico loopt op een ziekte met blijvende gevolgen. Daarnaast bevindt het vaccin zich volgens hem nog in een ‘testfase’, waarvan ‘op geen enkele wijze kan worden voorspeld of dat vaccin op korte termijn niet een ernstige hartzieke veroorzaakt en op de lange termijn geen grote risico’s meebrengt’.
Begrip
De rechter stelt voorop dat kinderen wel degelijk corona kunnen krijgen en dat zij er weliswaar gemiddeld minder erg en minder vaak ziek van worden dan volwassenen, maar dat ook kinderen net zo goed ernstig ziek kunnen worden en ook langdurig de gevolgen van die ziekte kunnen ervaren, zogenaamd long covid. Verder is het risico op het besmetten van anderen ‘significant kleiner’ bij gevaccineerden dan bij ongevaccineerden.
Het is volgens de rechter ‘begrijpelijk’ dat de vader zich zorgen maakt over risico’s van vaccinatie. ‘Er is inderdaad een klein risico op ernstige bijwerkingen, zoals de door de vader bedoelde ontsteking van het hartzakje of de harstspier’. Die komt bij 1 op de 15.000 gevaccineerde jongens van 12 tot 18 jaar voor. Dit is volgens de rechter een ernstige bijwerking ‘die gelukkig goed kan worden herkend en die ook in nagenoeg alle gevallen tot een volledig herstel kan leiden’.