bron FD:
DNB: economie pas in 2023 over klap recessie heen
Een spandoek met een steunbetuiging tijdens de coronacrisis hangt aan de gevel van De Nederlandsche Bank.
Een spandoek met een steunbetuiging tijdens de coronacrisis hangt aan de gevel van De Nederlandsche Bank.Foto Bas Czerwinski voor het FD
De coronacrisis duwt de Nederlandse economie volgens DNB dit jaar in een diepe recessie. Het herstel volgt geleidelijk.Overheid heeft voldoende vlees op de botten om een flink stuk van de klap op te vangen.In basisscenario krimpt economie dit jaar met 6,4% in sombere scenario met 11,8%.
De economie krijgt door de coronacrisis dit jaar een klap die bijna twee keer zo hard is als tijdens de kredietcrisis van 2009. De Nederlandsche Bank (DNB) gaat uit van een krimp met 6,4%, zo blijkt maandag uit de nieuwste verwachtingen. In 2021 en 2022 vertoont de Nederlandse economie weer een herstel, maar dat is dan nog onvoldoende om de klap van de recessie goed te maken. Dat lukt pas als dat herstel ook in 2023 doorzet.
Al halverwege dit jaar treedt een volgens DNB 'langzaam maar gestaag' herstel in. Daardoor kan de economie in 2021 met 2,9% groeien en in 2022 met 2,4%. Directeur financiële stabiliteit en monetaire zaken Olaf Sleijpen van DNB zegt dat de onzekerheden rond de raming groter zijn dan gebruikelijk.
Daarom zijn ook twee alternatieve scenario's opgesteld, een mild en een zwaar. In de milde variant blijft de krimp dit jaar beperkt tot 3,4% en is het herstel in 2021 met 5,1% zo sterk dat de klap van de recessie dan al weer ruimschoots wordt goedgemaakt. In de zware variant krimpt de economie dit jaar met een duizelingwekkende 11,8% en zijn de plussen van 2,2 en 4,6% in de komende twee jaar bij lange na niet toereikend om het gat dat in 2020 is geslagen te dichten.
Sleijpen zegt dat de risico's voor de Nederlandse economie vooral neerwaarts zijn. Cruciaal is hoe de pandemie en de economische ontwikkeling in het buitenland verder verlopen.
Fors tekort op begroting
De overheidsfinanciën slaan dit jaar om van een overschot naar een fors tekort. In het basisscenario komt het tekort uit op 6,4% van het bbp en in het ongunstige scenario op 10,2%. Met een schatting in de Voorjaarsnota, van eind april, van een tekort van 12% dit jaar, heeft minister van Financiën Wopke Hoekstra een ruime marge genomen.
Het verschil tussen DNB en de Voorjaarsnota komt voor een substantieel deel doordat de minister op kasbasis rekent en het aan bedrijven verleende belastinguitstel al dit jaar meeneemt in het tekort. DNB doet dat niet en geeft desgevraagd aan dat dit de verschillen in het tekort voor een groot deel kan verklaren.
DNB zegt in de ramingen de effecten van de maatregelen tot en met het tweede steunpakket van 20 mei te hebben meegenomen. Sleijpen zegt dat de overheid, 'na de inslag van een meteoriet als een soort verzekeraar die de eerste klappen voor de economie opvangt. De overheid fungeert als een airbag, de overheidsfinanciën staan er goed voor dus die kunnen dat hebben.'
Sleijpen zou het 'onwenselijk' vinden als de overheid op korte termijn na een eerste herstel uit de recessie de overheidsschuld weer gaat terugbrengen. 'Laat de automatische stabilisatoren werken', zegt hij, waardoor uit een geleidelijk herstel van de economische groei de overheid ook de eigen belastinginkomsten weer ziet toenemen en de extra uitgaven kan beperken. Sleijpen zegt ervan uit te gaan dat er nog wel wat tegenvallers komen voor de begroting. Hij zegt er van uit te gaan dat een volgend steunpakket van de regering een ander karakter zal hebben en dat de steun dan minder generiek zal zijn en meer gericht op bepaalde sectoren.
Afnemend vertrouwen
De grootste negatieve effecten op de economie van de Covid-19-schok zijn in het lopende, tweede kwartaal van dit jaar te verwachten. Dit komt niet alleen door de directe effecten van de lockdown, maar ook door de verdere doorwerking in de bestedingen. Door afnemend vertrouwen, meer onzekerheid en inkomensverlies, zullen huishoudens, bedrijven en buitenlandse afnemers hun bestedingen naar verwachting flink reduceren.
In het basisscenario krimpt de particuliere consumptie dit jaar met 7,6%, de investeringen van bedrijven met 13,9% en de uitvoer met 10,9%. Met een plusje van 3,1% bieden de overheidsbestedingen 'enig tegenwicht'. Door verlies van banen neemt de werkloosheid dit jaar toe tot 4,6% van de beroepsbevolking en in 2021 tot 7,3%. In 2022 zou weer een daling volgen.
Over inflatie veel onzeker
De vraaguitval duwt de inflatie terug, tot 0,8% dit jaar. De gedaalde olieprijs speelt daarbij ook een grote rol. Ook in 2021 en 2022 is het effect van de vraaguitval dominant, dat maakt het voor bedrijven lastig gestegen kosten door te berekenen waardoor de inflatie in de komende twee jaar slechts beperkt oploopt, naar 1,5% in 2022.
Sleijpen zegt dat de onzekerheid over de inflatie 'misschien nog wel groter' is dan over de economische groei. Dat komt omdat twee krachten tegen elkaar in kunnen werken: door de recessie dalen de prijzen, maar de lockdown kan juist prijzen opdrijven. Hij zegt verder dat de meting van de inflatie lastiger is dan anders omdat een deel van de prijzen, zoals voor vliegtickets, niet of nauwelijks tot stand komt.