toen volgden verschillende schorsingen werd er niet echt een einde gemaakt en en vervolgens na de pauze de repliek van Minster Grapperhaus:(halverwege zijn verhaal omdat van Meijeren ontbrak in de zaal.
Dat even ter inleiding. Ik zie dat uw lid Van Meijeren is teruggekeerd. Het leek mij gepast om even te wachten tot hij terug was. Het meest eenvoudige, dat wij hier niet in een tirannie zitten — ongeacht of het op een gegeven moment als tirannie kan overkomen als u te lang naar een bewindspersoon moet luisteren — is dat er gewoon tegenin kan worden gegaan. De Kamer kan, soms met gekwalificeerde meerderheden en soms niet, het kabinet naar huis sturen.
Ik heb de afgelopen jaren telkens bij toespraken over de georganiseerde misdaad gezegd: nee, wij zijn nog een rechtsstaat en wij doen het met elkaar nog goed, al moeten wij daar flink op inzetten — daar kom ik straks op. Op het moment dat hier een minister staat die ongeveer elke drie zinnen afstemt met bendes uit andere landen, Zuid-Amerikaanse landen, dan mogen wij aannemen dat wij inderdaad geen democratische rechtsstaat meer hebben. Maar daar zijn wij verre van.
Ik vind elke vergelijking — echt elke vergelijking — met het leed dat in de Tweede Wereldoorlog is berokkend, helemaal door de Jodenvervolging, smakeloos en getuigen van een volstrekt gebrek aan kennis en ook van fatsoen. Ik zeg het gewoon hard en ik hoor wel hoe daarop gereageerd wordt. Ik mag uw Kamerleden graag de tentoonstelling Survivors - Faces of Life after the Holocaust in het Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht aanbevelen, waar foto's zijn geprojecteerd van overlevenden.
Nou, ik dacht dat dit voldoende beantwoordt aan het onderwerp waar u het aan het slot van de eerste termijn over had.
Gideon:
De heer Van Meijeren (FVD):
Dank u, voorzitter. Die vergelijking met de Tweede Wereldoorlog werd uitgelokt toen ik aangaf dat wij niet moeten zwichten voor tirannen. Mijn vraag is: vindt de minister dan dat het weliswaar democratisch gelegitimeerde regime van Adolf Hitler ook niet had mogen worden tegengesproken? Had daar ook geen burgerlijke ongehoorzaamheid tegen mogen plaatsvinden?
en de minister:
Minister Grapperhaus:
Dit noemen we in de rechtsleer een categoriefout. Nu is het natuurlijk de vraag of ik dat hier moet gaan uitleggen, want dan ga ik colleges geven die ik jaren heb gegeven en dat wordt misschien wel heel pedant. Laat ik er dit over zeggen. Het naziregime is aan de macht gekomen op een wijze waarvan historici wel voldoende hebben vastgesteld en bewezen dat er sprake was van op zijn minst democratische vervalsing — laat ik het zo maar noemen. Daarnaast was het vanaf het begin een uiterst misdadig regime, waarbij ik even terzijde opmerk dat veel van de nazikopstukken in het recente verleden, voor 1933, veroordelingen voor ernstige geweldsmisdrijven hadden. Laat ik daar even mee beginnen. Dit betekent dat elke vergelijking met een rechtsstaat waar parlementariërs democratisch gekozen zijn en waar een regering regeert bij de gratie van het parlement alleen al om die reden mank gaat.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de gruwelijke misdaden tegen de mensheid die de nazi's in het vaandel hadden. Ik zeg dat met nadruk omdat iemand die — overigens maar voor een klein stukje — een gedicht van Van Randwijk citeert, een gedicht dat over de nazi's gaat, daarmee alleen al een suggestie wekt. Het gedicht is overigens gebeiteld in steen op het Weteringcircuit in Amsterdam. Voor degenen die het niet weten: Van Randwijk was een van de leden van de verzetsgroep Vrij Nederland. Iemand die dat doet, gaat wat mij betreft voorbij aan die democratische basis, maar gaat ook voorbij aan het volstrekt misdadige karakter — misdadig tegen de mensheid — van het naziregime. Het lijkt me dat dit een voldoende antwoord is.
De voorzitter:
Ik wil aan u beiden vragen, omdat dit onderwerp buiten de orde van dit debat is, om het hier nu bij te laten en ons te richten op het onderwerp dat aan de orde is: agressie tegen en bedreiging van journalisten.
Ik denk dat duidelijk is dan van Meijeren een ernstig geestelijk probleem heeft en niet begrijpt in wat voor een land hij leeft.