De Nederlandse politiek is immers een kruitvat van hypes geworden, in een landschap dat ook almaar meer versplintert.
Momenteel telt het Nederlandse parlement 19 fracties. Voor elk probleempje een partijtje, voor elk ideologische dispuut een nieuwe fractie, met verkiezingen die erg onvoorspelbaar alles overhoop halen. In zo'n politiek klimaat de constante factor aan de top zijn is verre van evident.
Toch slaagde Rutte er vier verkiezingen op rij in zijn eigen VVD (al dan niet afgetekend) de grootste te maken en partners te vinden om een regering te vormen onder zijn leiding. Dat kon hij dankzij een aantal specifieke talenten, die hij beter beheerst dan wie ook: raspoliticus zijn, voorbeeld-Nederlander zijn en een geveinsd slecht geheugen hebben.
De politicus die met iedereen overweg kan
Het is intussen een zin die haar eigen leven gaan leiden is en bijna mythisch aan Rutte kleeft: "Voor visie moet je naar de oogarts". Nochtans komt de zin oorspronkelijk niet van hem, maar van de Duitse oud-bondskanselier Helmut Schmidt in de jaren 70 en werd hij ook al door verschillende andere politici gekopieerd. Toch voelt het alsof de zin echt door Rutte bedacht is, omdat die ook gewoon nauw aansluit bij de politicus die hij is: de pragmaticus die met iedereen door de deur kan. Of wil kunnen.
"Het is een prettige persoonlijkheid die probeert met iedereen op te schieten", zegt Alexander Pechtold, oud-politiek leider van D66, aan de NOS. Volgens politieke mede- en tegenstanders heeft Rutte respect voor elke collega, hoe belangrijk die al dan niet is. Dat maakt dat hij uiteindelijk met zowat elke politieke partij kan praten en als het nodig is akkoorden kan sluiten.
Dat zie je ook in de verschillende samenstellingen waarmee Rutte geregeerd heeft: met CDA en de steun van radicaal-rechts in Rutte I, over links met de PvdA in Rutte II, met de onuitgegeven combinatie van VVD en CDA met de links-liberalen van D66 en de conservatief-linkse Christen Unie in Rutte III en IV.
Evengoed deed hij het met regelmatige steun van de "bijbelgordelpartij" SGP en als het moet kan hij ook met wisselend succes gaan praten met Groen-Links of de Partij voor de Dieren of het rechts-conservatieve JA21. Zelfs met Geert Wilders - die met de regelmaat van een klok om Ruttes ontslag vraagt - zijn de persoonlijke relaties niet slecht.
Een van de sterktes van Rutte: hij kan zich aanpassen aan veranderende contexten en omstandigheden. Zijn gebrek aan "visie" compenseert hij met een grote stuurvaardigheid. Zo lijkt de "inhoudelijke" Rutte die het regeerakkoord Rutte IV voorstelde met veel overheidsinvesteringen, weinig op de sanerende Rutte II, laat staan op de Rutte die eind jaren 80 voorzitter werd van liberale jongeren. Rutte past zich aan, gunt zijn coalitiepartners ook punten en bereikt uiteindelijk op die manier wat hij wil: het toppunt van de macht.