DFT
Amsterdam - Niet de stikstofproblematiek, maar personeelsgebrek bij gemeenten is de grootste horde in het vlottrekken van de nieuwbouw. Dat zegt branchevereniging WoningbouwersNL, wiens leden goed zijn voor 80% van de nieuwbouw in ons land. De aannemers willen nu samen met gemeenten bouwplannen ontwikkelen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten erkent het probleem.
Woningbouw komt maar mondjesmaat van de grond
Volgens voorman Piet Adema van WoningbouwersNL zijn er veel bestuurders, inclusief woonminister De Jonge, die goede woorden en voornemens hebben om de wooncrisis aan te pakken, maar dat het stokt bij de daden. De minister is van plan om 1 miljoen woningen te bouwen in de komende tien jaar, maar Adema heeft daar een hard hoofd in.
„Ik hoor veel wethouders iets zeggen over meer bouwen, maar op het moment dat de aannemers, onze leden, bij de gemeenteambtenaren komen is elke urgentie weg”, zo luidt Adema de noodklok. „Overal moet er een versnelling komen en in negentig procent van de gevallen krijgen onze leden te horen van gemeenten dat ze er geen tijd voor hebben, of andere prioriteiten. Gemeenten zeggen meteen dat ze niet binnen de gestelde termijn kunnen reageren op ingediende bouwplannen. Dat mag eigenlijk alleen als de nood aan de man is. Ik ben bang dat we op dezelfde voet doorgaan, en dat er helemaal geen versnelling komt.”
Woningbouwlocatie Rijnenburg, die de gemeente Utrecht nu wil gebruiken voor windmolens.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) erkent dat er onvoldoende slagkracht is. „Het ontbreekt bij de gemeenten aan uitvoeringskracht. Omdat het financieel perspectief slecht is, is het niet mogelijk extra mensen aan te nemen en die weer te ontslaan na twee of drie jaar”, zegt een woordvoerder.
Heilige huisjes
In totaal zijn er circa 300.000 woningen te kort in Nederland, en er is de afgelopen jaren te weinig gebouwd om de groeiende bevolking, doorstromers en starters onder dak te krijgen. Dit is een combinatie van het vasthouden aan heilige huisjes zoals binnenstedelijk bouwen en te weinig bouwlocaties. Daarnaast zou de stikstofproblematiek een rol spelen. Zo werden onlangs door de rechter een aantal bouwprojecten stilgelegd.
Er zijn wel een aantal projecten waar stikstof een probleem is, maar dat is maar een klein deel, aldus Adema. De rest van de nieuwbouwprojecten komt maar mondjesmaat van de grond door het ontbreken van slagkracht van ambtelijke organisaties. Ik zie ’s avonds geen licht branden in de gemeentenhuizen, terwijl we te maken hebben met een wooncrisis”, zegt Adema, die erop wijst dat de wegenbouwers wel heel veel last hebben van de stikstofproblematiek.
Dat er niet voldoende mankracht bij gemeenten is onlangs vastgesteld door de Algemene Rekenkamer. Dat meldde onlangs dat er €1 miljard aan extra geld voor woningbouw niet geleid heeft extra woningen. Dit geld kon niet gebruikt worden voor het opleiden van extra ambtenaren, maar moest besteed worden aan de bouwprojecten.
Er moeten een miljoen woningen gebouwd worden, maar experts hebben daar een hard hoofd in.
De gemeenten wijzen op hun beurt naar de aannemers, die ook niet voldoende mankracht zouden hebben. Adema zegt dat dit wel meevalt. Ër zijn woningfabrieken die capaciteit over hebben en er wordt geïnvesteerd in prefab-fabrieken. De markt lost dat wel op, de locaties zijn het probleem.”
De verstikkende bureaucratie van procedures, ruimtelijke afspraken, beeldkwaliteitsplannen en schaarste aan personeel dat bouwplannen kan beoordelen smoort de versnelling in de kiem, aldus Adema. Hij wil de stokkende vergunningverlening graag oplossen, samen met de gemeenten, die vaak extern adviesbureau’s inhuren.
„Wij willen nu zelf bouwplannen beoordelen, onder supervisie van een adviesbureaus, die ook al door gemeenten worden ingeschakeld. Als we samen optrekken, dan scheelt dat dubbel werk.” Dat de aannemer dan een ’een slager wordt die zijn eigen vlees keurt’ verwacht hij niet. „Uiteindelijk moet elk plan door de gemeenteraad, er is wel degelijk sprake van controle. Het gaat ons om de beperkte capaciteit zo efficiënt mogelijk gebruiken. En steek als overheid ook geld in het opleiden van extra ambtenaren.”
VNG zegt in een reactie dat de vergunningverlening én bouw slimmer aangepakt kan worden door standaardisatie, maar dat vereist andere wetgeving, aldus de zegsvrouw. „Daar gaat het rijk over en niet de gemeente. De bouwers kunnen natuurlijk ook zelf sneller bouwen. Nu wordt door de gemeente een bouwrijk kavel overgedragen aan de bouwers en dan nog kan het zo’n twee jaar duren voordat er een huis staat. Dat is niet meer van deze tijd.”
Volgens Adema ligt dat niet aan de aannemers, want dan zouden de kosten ook langer dan strikt noodzakelijk doorlopen. „Daar heeft een woningbouwer geen belang bij. Meestal zit de wachttijd in procedures.”
Volgens de VNG liggen er meer dan voldoende nieuwbouwplannen, en als er eentje uitvalt, dan is er wel een andere locatie beschikbaar. „Buitenstedelijk bouwen is geen oplossing. Dit wordt aangedragen door beleggers en andere marktpartijen, omdat ze in het buitengebied de grond in bezit hebben en daaraan willen verdienen”, zo stelt de VNG.