Bron: De Tijd
Auteur: MARIE VAN OOST
De baggergroep DEME moet zich woensdag voor de rechtbank verantwoorden in een Russisch omkoop- en fraudedossier van bijna tien jaar geleden. Volgens het onderzoek, dat begon na een klacht van concurrent Jan De Nul, betaalde het bedrijf meer dan 8 miljoen euro smeergeld aan tussenpersonen.
Woensdag wordt een opmerkelijke zaak ingeleid voor een kamer met drie rechters van de Gentse correctionele rechtbank. Daarin staan de baggeraars DEME en Jan De Nul tegenover elkaar. Het draait om de toekenning van een contract voor het uitvoeren van baggerwerken in de haven van Sabetta, waar zich een van de grootste lng-terminals ter wereld bevindt, op het Jamal-schiereiland in het noorden van Rusland.
In 2013 stelden zowel DEME als Jan De Nul zich kandidaat voor de baggerwerken, die van 2014 tot 2017 zouden plaatsvinden. DEME haalde de opdracht binnen via zijn Russische joint venture Mordraga, maar Jan De Nul had vermoedens dat er een belangenconflict was met een tussenpersoon. Het bedrijf diende een klacht in, waarna het parket van Oost-Vlaanderen in 2016 een onderzoek begon.
Smeergeld
Het parket geeft geen details over het dossier, maar uit huiszoekingsbevelen van de Amerikaanse federale politie FBI, die in 2018 ingeschakeld werd om e-mailadressen van verdachten te onderzoeken, blijkt dat het gaat om een omkoopaffaire.
De spilfiguur was volgens het gerecht een ex-werknemer van DEME die een eigen consultancybedrijf begon in 2012. Officieel betaalde DEME de vrouw 175.000 euro voor consultancy om het contract in Sabetta in de wacht te slepen, maar uit het onderzoek blijkt dat ze bijna 4,2 miljoen euro smeergeld kreeg via schermvennootschappen in Cyprus en Panama gelinkt aan DEME. Een andere partij zou hetzelfde bedrag gekregen hebben.
Uit bewijs dat werd verzameld door de Belgische autoriteiten blijkt dat de toenmalige CEO van DEME Alain Bernard en nog drie andere personen bij DEME 'direct betrokken waren bij de criminele activiteit', schreef de FBI in de huiszoekingsbevelen. Zij staan woensdag terecht. Jan De Nul heeft zich als benadeelde burgerlijke partij gesteld.
Noch DEME, noch Jan De Nul, noch de advocaten waren bereikbaar voor commentaar. Ackermans & van Haaren, de holding achter DEME, bevestigde eerder in een jaarverslag wel dat het beroep aantekende tegen de doorverwijzing naar de correctionele rechtbank door de Gentse raadkamer in 2022.
'Het onderzoek begon na indiening van een klacht door een concurrent, aan wie het betrokken contract niet werd toegekend in het kader van een onderhandse gunning, en steunt uitsluitend op selectieve informatie aangereikt door deze concurrent', aldus de holding. DEME stelde toen dat het geen 'betrouwbare inschatting' kon maken 'van de financiële gevolgen van de lopende procedure' en dat het 'het volste vertrouwen in het verdere verloop van de procedure' had.