CEO Harold Goddijn: ‘AI moet van TomTom weer een hoofdrolspeler maken’
Harold Goddijn, de bestuursvoorzitter van TomTom zet alles op alles om van het concern weer een hoofdrolspeler te maken in de wereld van locatie- en navigatiediensten. ‘De oude navigatiesystemen hebben plaatsgemaakt voor realtime, gedetailleerde kaarten, navigatiesoftware en verkeersinformatie,' aldus Goddijn.
Het decor van het gesprek met de ceo is het geheel vernieuwde kantoorgebouw aan de De Ruijterkade in Amsterdam, dat recent is opgeleverd.
Dit artikel is eerder verschenen in IEX Expert van 22 december.
Belegt u zelf?
‘Ik beleg natuurlijk in TomTom. Verder bemoei ik me vooral met de allocatie. Ik vind het belangrijk om een redelijke balans te hebben tussen steady en fixed. De koersontwikkeling van ons eigen aandeel vind ik interessant om te volgen, hoewel ik zelf geen actieve belegger ben.’
Als u nu naar de koers kijkt, welk gevoel komt er dan bij u op?
‘Er is de afgelopen tijd een hoop gebeurd en dat geeft een dubbel gevoel. Nu zijn we goed bezig, maar we hebben het ook lastiger gehad. Dat kwam door een aantal behoorlijke veranderingen op het gebied van business - modellen en marktomstandigheden.’
Waar komt TomTom vandaan?
‘De eerste tien jaar waren we een klein bedrijfje dat software ontwikkelde, zonder dat we een goede market fit konden vinden. Later lukte dat wél, met navigatie en personal navigation devices.
Daarna was er een periode waarin we in een verbouwing zaten en gingen we meer producten ontwikkelen voor bedrijven, in plaats van voor particulieren.
En nu staan we hier en bouwen we aan een solide businessmodel met de focus op locatie technologie. We hebben een belangrijke positie opgebouwd, zowel in Europa als in Noord-Amerika. Op het gebied van verkeers - informatie zijn we de leider op de Europese markt. In Europa gaat ons marktaandeel richting de 80%, tegenover rond de 40% in Amerika.
Bij de kaarten is dat minder; ik denk dat we daar wereldwijd op ongeveer 30% marktaandeel zitten. En bij onze derde pijler, navigatiesoftware, hebben we een leidende positie met zo’n 30%.’
Verwacht u meer consolidatie op de navigatiemarkt?
‘Ja, maar we zitten wel op een markt met het supergrote Google. En zij hebben een prachtig product, waarmee je als bedrijf niet alles kan wat je zou willen.
Er zijn redenen waarom bedrijven niet met Google in zee willen. Dat kan te maken hebben met concurrentieoverwegingen, dataprivacy en functionaliteiten.
Wij willen dan het serieuze alternatief zijn. Daarvoor hebben we onze productportfolio omgebouwd, zijn we opener geworden en grijpen we meer mogelijkheden aan om samenwerkingen op te zetten. Dat hebben we handen en voeten gegeven door een deel van de data open source te maken. Dat doen we samen met Microsoft, Meta en AWS.’
Hoe zijn jullie bedrijfsprocessen veranderd?
‘We hebben onze activiteiten in twee delen gesplitst: het bouwen van kaarten en het bouwen van de applicaties die op die kaarten aansluiten. De transitie waar we doorheen gaan, is een omvangrijke.
Zo hebben we een nieuwe database voor onze kaarten, die zo is opgezet dat hij geschikt is voor die nieuwe applicatie. Er heeft ook een grote verandering plaatsgevonden in ons personeelsbestand. Kaarten maken was erg arbeidsintensief. Daarvoor had je heel veel mensen nodig, die achter computers zaten om ze te digitaliseren.
We hadden tienduizend contracten met dataleveranciers en achthonderd mensen in dienst die de hele wereld scanden op databronnen en die digitaliseerden. Daarmee bedoel ik de open sourcedata van OpenStreetMap. ‘
Wat betekent dat voor TomTom?
‘Toen wij 25 jaar geleden begonnen met het bouwen van kaarten, deden we alles zelf. In de tussentijd is de OpenStreetMap, de OSM, opgericht en daar komen fantastische kaarten uit. Er zijn echter nog wel allerlei problemen met die kaarten, waaronder de systematiek, betrouwbaarheid en de manier waarop ze zijn gecodeerd.
Toch is het wel een belangrijke bron aan het worden voor onze kaarten, met een actieve community. De data die daaruit komen, zijn een goede aanvulling op de data die we voor onze eigen kaarten gebruiken. Zo was er voor ons geen business case voor hoe het Vondelpark er precies uitziet, waar de meertjes zijn en hoe de bankjes staan.
Maar de OSM community vindt dat juist leuk om uit te zoeken, wat onze kaarten dan weer beter maakt. Zo’n samenwerking is heel prettig.’