Bron: De Belegger..
De aandelenmarkt doet iets dat slechts drie keer eerder is gebeurd in 153 jaar, en de geschiedenis is heel duidelijk over de gevolgen. Er komt onvermijdelijk een daling aan, schrijft The Motley Fool. Maar de geschiedenis leert meer: na regen komt ook altijd weer zonneschijn. Met welk perspectief en met welke horizon beleg je?
De bulls hebben het bepaald voor het zeggen op Wall Street. Sinds het begin van 2024 zijn de Dow Jones, de S&P 500 en de Nasdaq Composite respectievelijk zo’n 17%, 26% en 28% gestegen en hebben ze meerdere records neergezet. Dat is onder meer te danken aan opwinding over kunstmatige intelligentie (AI), euforie over aandelensplitsingen en optimisme over de tweede termijn van Donald Trump. Maar als het op Wall Street te mooi lijkt om waar te zijn, is dat meestal ook zo.
In de loop van het jaar hebben tal van gebeurtenissen en indicatoren gewaarschuwd voor mogelijke zwakte in de Amerikaanse economie en de aandelenmarkt. The Motley Fool wijst op de eerste significante daling van de Amerikaanse M2-geldhoeveelheid sinds de crisis van de jaren 30, de langste inversie van de rentecurve in de geschiedenis en de rendementen van aandelen als de Federal Reserve overschakelt naar een ruimer beleid.
Dit is sinds 1871 maar drie keer voorgekomen
The Fool signaleert ook een indicator die tot nu toe historisch foutloos functioneert en op dit moment iets doet dat in meer dan 150 jaar slechts drie keer is voorgekomen. De meeste beleggers zijn waarschijnlijk bekend met de traditionele koers-winstverhouding (P/E ratio): die biedt een relatief snelle manier om de waardering van een bedrijf te vergelijken met die van sectorgenoten of de bredere markt.
De traditionele koers-winstverhouding heeft echter ook beperkingen. Die werkt niet bijzonder goed met groeiaandelen omdat er geen rekening gehouden wordt met toekomstige groeipercentages. Ook kan er verstoring optreden door schokkende gebeurtenissen, zoals de lockdowns.
Een uitgebreider waarderingsinstrument is de Shiller P/E-ratio, ook wel de cyclisch aangepaste P/E-ratio of CAPE-ratio genoemd. De Shiller P/E is gebaseerd op de gemiddelde voor inflatie gecorrigeerde winst per aandeel van de afgelopen tien jaar, wat de impact van schokkende gebeurtenissen gladstrijkt en waardevergelijkingen mogelijk maakt tot meer dan 150 jaar terug.
Hoge Shiller P/E voorbode van lagere markten
Op 13 november 2024 kwam de Shiller P/E van de S&P 500 uit op 38,18, meer dan het dubbele van het historische gemiddelde (terugkijkend tot januari 1871) van 17,17. Opvallend is dat de Shiller P/E-ratio slechts drie keer in 153 jaar een waarde van 38 heeft bereikt tijdens een bullmarkt. In december 1999, tijdens de dotcomhausse, piekte de Shiller P/E op een waarde van 44,19. In de eerste week van 2022 kwam de verhouding heel even boven de 40 uit.
Interessant is wat er daarna gebeurde. De dotcombubbel resulteerde in een daling van de S&P500 met 49% en een nog sterkere daling van de Nasdaq Composite, en in 2022 kwamen de Dow Jones, S&P500 en Nasdaq Composite ook in bearmarkten terecht.
Er zijn sinds 1871 slechts zes momenten geweest waarop de Shiller P/E boven de 30 uitkwam, waaronder dus nu. Na elk van de vijf voorgaande keren daalden de Dow, S&P500 en Nasdaq Composite uiteindelijk met 20% tot 89%.
Hoewel de Shiller P/E ons niets vertelt over wanneer beurscorrecties of bearmarkten plaatsvinden, heeft die tot nu toe een vlekkeloze staat van dienst als voorspeller van grote dalingen op de aandelenmarkt.
Dalingen zijn onvermijdelijk, maar geduld loont
De geschiedenis leert ons dat we op een bepaald moment in de niet al te verre toekomst een behoorlijke beweging omlaag kunnen zien in de Dow Jones, S&P500 en Nasdaq Composite. Maar een langetermijnbelegger kijkt verder, heeft een lange horizon, en ook dan leert de geschiedenis een les.
Korteretermijnvoorspellingen van de Amerikaanse economie of de aandelenmarkt zijn lastig, zo niet onmogelijk. Recessies zijn een normaal en onvermijdelijk onderdeel van de economische cyclus. Maar ze zijn van korte duur.
Aan de andere kant van het spectrum brengt de Amerikaanse economie aanzienlijk meer tijd in de zon door dan in pestweer, maar je moet een stapje terug doen om deze dynamiek te zien.
Onderzoekers van Bespoke Investment Group tonen aan dat een gemiddelde bearmarkt van de S&P500 slechts 286 kalenderdagen, ruwweg 9,5 maanden, duurt. Aan de andere kant heeft de gemiddelde S&P500 bullmarkt de afgelopen 94 jaar 1011 kalenderdagen geduurd, wat neerkomt op ongeveer twee jaar en negen maanden. Iets meer dan de helft van alle bullmarkten heeft langer geduurd dan de langste bearmarkt.
Ook al zijn beursdalingen normaal en onvermijdelijk, dit laat zien dat geduld de belangrijkste eigenschap is voor langetermijnbeleggers.