The Wishbone schreef:
Pff
Vraag de kinderen of ze iets willen vertellen over hun buren. Laat ze vertellen wie hun buren zijn. Vraag de kinderen naar verschillen en overeenkomsten die ze met hun buren hebben.
– Vraag de kinderen of ze ook dingen samen met hun buren doen. Gaan ze bijvoorbeeld op bezoek bij elkaar, spelen ze met de kinderen van de buren, of houden ze elk jaar een straatbarbecue? Zijn er ook kinderen die niets met hun buren doen? Waarom is dat zo?
– Vertel de kinderen dat België het buurland van Nederland is. Zoals de buren – over wie de kinderen hebben verteld – naast hen wonen, zo ligt België naast Nederland.
– Vertel op eenvoudige wijze over België. Vertel dat België een koning en een koningin heeft, dat er in België Vlaams en Frans wordt gesproken en (dat de kinderen in België veel op die in Nederland lijken).
– Laat de natuurfoto’s van België zien en bespreek met de kinderen wat erop te zien is. Kennen de kinderen deze beelden ook uit Nederland?
– Bespreek op dezelfde wijze de foto’s van straatbeelden en stadsgezichten. Laat de kinderen goed naar de details kijken. Welke verschillen met Nederland kunnen ze ontdekken? (Denk aan huizenbouw, straatnaamborden, nummerborden van auto’s, brievenbussen, bushokjes enzovoort.)
– En welke overeenkomsten zijn er?
– Laat de kinderen tot slot vertellen wat ze het leukst, spannendst of mooist vinden aan België.
Het zal u kunnen overkomen.
Een belg als buurman