Het echte werk begint voor Shell pas na overname BG
door Wouter van Bergen
Amsterdam - De wereld mag veranderen van de aandeelhouders van Shell, en dat geldt ook voor het bedrijf zelf dat zich transformeert van olie- naar gasreus met de overname van BG Group.
Als Shell zijn dividendbelofte maar waarmaakt. Na het afronden van de deal begint pas het echte werk voor Shell-topman Ben van Beurden: de beloofde verlaging van de kosten, die nodig is om waarde voor aandeelhouders te blijven creëren.
Toekomst
De wereld ís veranderd sinds Shell een kleine tien maanden geleden de grootste overname in zijn geschiedenis aankondigde. Toen maakte Shell bekend voor €64 miljard het voormalige British Gas-onderdeel BG Group in te lijven, een bedrijf met stevige gas- en oliereserves precies in de hoek waarin Shell zijn toekomst zoekt. Inmiddels is de deal €46 miljard waard.
Kasmotor
Met name de belangen in projecten voor de kust van Brazilië en LNG-projecten en gasvelden bij Australië betekenen een welkome versterking van twee van de drie pilaren waar Shell zijn strategie op heeft gebaseerd: de ontwikkeling van projecten in diep water en geïntegreerde gasactiviteiten. Shells ’kasmotor’ is de derde peiler: bestaande projecten die al volop olie en gas aan het produceren zijn.
Aantrekkelijk
De premie van 50% op de beurswaarde was pittig, maar gerechtvaardigd door de mooie strategische ’fit’. Die zou van Shell, dat zonder BG Group al net iets meer gas produceert dan olie, een echte gasreus maken. Het beeld dat Shell op de dag van de overname schetst is aantrekkelijk. Het bedrijf gaat uit van scenario’s met olieprijzen die op middellange termijn stijgen naar $70 tot $90 . De extra cashflow die door de overname ontstaat, zal ervoor zorgen dat Shell in de toekomst beter in staat is dividend te betalen, verzekert het bedrijf. Inlijving van BG verhoogt de productie van Shell met 20% en de voorraad olie- en gasreserves met een kwart.
Tuimeling
De timing lijkt in orde op 8 april 2015: een kleine drie maanden eerder had de olieprijs de $45 geraakt na een tuimeling vanaf $115 per vat een half jaar eerder. Inmiddels verkeerde de olieprijs op niveaus rond de $55 per vat, en de meeste schattingen gingen uit van een aantrekkende markt en hogere prijzen vanaf het eind van het jaar.
Het loopt anders. Schalie-olie wil van geen wijken weten, de Opec houdt de kraan wijdt open en de comeback van grootproducent Iran op de oliemarkt na jaren van sancties blijkt onafwendbaar. Het brengt de olieprijs naar een nieuw dieptepunt van $28 vorige week.
Gunstig
Ook Shell komt tot de conclusie dat de prijs van olie langer laag blijft dan eerder gedacht. In het najaar scherpt het daarom zijn ambities rond de overname van BG aan. Er is in plaats van €2,5 miljard voor €3,5 miljard aan besparingsmogelijkheden gevonden. In de prospectus die in december wordt gepubliceerd geeft Shell aan dat de BG-deal al bij een olieprijs van $50 aan de kasstroom zal bijdragen, ter versterking van de bewering in april dat de overname bij elke denkbare olieprijs gunstig zou uitpakken.
Shell moet wel, want de lage olieprijs zet de deal in een ander daglicht. De goedkope olie zorgt er tevens voor dat ook de voorraden en productie die Shell met BG in huis haalt, minder waard zijn. En omdat de overnamesom voor bijna een derde in baar geld is, ademt de biedprijs niet voor de volle honderd procent mee met de prijs van het aandeel Shell.
Mopperen
Sommige beleggers beginnen te mopperen dat Shell over de prijs zou moeten heronderhandelen. Een enkele bouwt zijn positie af, maar bijna alle grote aandeelhouders stemmen in. Alleen Standard Life kondigt aan tegen te stemmen, tijdens de aandeelhoudersvergadering waar woensdag minimaal de helft van de aandeelhouders ’ja’ moet zeggen.
Voorlopige resultaten die beide bedrijven vorige week presenteerden, bevestigden het verhaal achter de strategische waarde die Shell in de overname zegt te zien. BG liet relatief goede cijfers zien, en de Shell-directie garandeerde nog maar eens dat het dividend ook in 2016 op $1,88 zou uitkomen.
Reputatie
Het echte werk begint voor topman Ben van Beurden na de overname, waarbij de olieprijs op zijn minst een klein beetje moet helpen. Met het afstoten van de $30 miljard aan bezittingen en het realiseren van de $3,5 miljard aan besparingen die hij heeft beloofd, kan hij zijn reputatie op het gebied van kostenbesparingen waarmaken. Hoe succesvol Van Beurdens deal achteraf zal worden beschouwd, hangt af van de hoogte van het dividend dat hij na 2016 zal kunnen uitkeren.
Bron: DFT Premium