De 'dr. Doom' van Spanje spreekt in De Standaard
woensdag 2 mei 2012 23:55
MADRID - Het economisch nieuws uit Spanje blijft rampzalig. Het voorbije semester gingen nog eens 1,25 miljoen banen verloren. Het totaal aantal werklozen bedraagt nu 5,639 miljoen personen, of 24,44 procent van de actieve bevolking.
Niet alle Spanjaarden vielen uit de lucht toen de vastgoedmarkt ineenstortte en het land in een zware recessie terechtkwam.
Econoom Guillermo de la Dehesa waarschuwde in 2004 al in een opgemerkte analyse in El País voor het uiteenspatten van de vastgoedbubbel.
Recessie
In 2007 kondigde hij de recessie aan. Niet met loze argumenten, maar met heldere en overtuigende cijfers. Niemand luisterde. 'Als de economie boomt, vergeten mensen vaak de meest elementaire economische wetmatigheden.
De vastgoedmarkt bleef inderdaad nog drie jaar groeien. En voor politici primeert de korte termijn altijd op de lange termijn. Economen weten nochtans dat bubbels nooit lang duren, en achteraf zwaar betaald moeten worden.' Dat de prijs zo hoog zou zijn, had echter ook De la Dehesa niet verwacht.
'Wat we niet hadden zien aankomen, was de internationale financiële crisis, die een van de zwaarste recessies van de geschiedenis veroorzaakte.'
Madrileense econoom
De Madrileense economist bekleedde verschillende overheidsfuncties, begeleidde de Spaanse toetreding tot de Europese Unie, zetelt in de raden van bestuur van verschillende Spaanse en internationale financiële instellingen en is als academicus actief.
Dit interview gaf hij in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Centre for Economic Policy Research in Londen.
'Waarom was de vastgoedcrisis te voorspellen?'
'De Spaanse economie is dertien jaar lang gegroeid met gemiddeld 3,5 procent. Dat is ver boven het Europese gemiddelde. Die groei was te danken aan de introductie van de euro, waardoor de interestvoeten op de lange termijn zakten van 13,3 procent in 1992 tot 2,2 procent in 2005. Dat stimuleerde de families tot investeringen in vastgoed en gebruiksgoederen, en bedrijven in uitrusting en werkgelegenheid.
De tweede impuls voor de groei was de komst van bijna vier miljoen migranten op de Spaanse arbeidsmarkt, die op hun beurt investeerden in vastgoed.
Tel daarbij de investeringen van Europeanen in tweede verblijven, en de bouwsector was goed voor 20 procent van de nieuwe banen die de voorbije tien jaar zijn gecreëerd. De Spaanse werkloosheid zakte tot 8 procent.'
'Probleem was dat de groei niet gepaard ging met een toename van de productiviteit. De opgebouwde rijkdom uitte zich in een accumulatie van laaggeschoolde arbeidsplaatsen en vastgoed, maar ondertussen verloor het land wel aan concurrentiekracht. De groei was niet duurzaam.'
'Toen de financiële crisis Spanje trof, viel de bouwsector stil en gingen die arbeidsplaatsen verloren. In amper twee jaar veranderde het begrotingsoverschot van 1,9 procent in 2007 in een begrotingstekort van 11,2 procent. De helft daarvan is veroorzaakt door verlies aan inkomsten, grotendeels door het stilvallen van de bouwsector. De andere helft door de toename van de uitgaven, vooral aan werkloosheidsvergoedingen.'
Was de vastgoedcrisis de oorzaak, of slechts de aanleiding voor de huidige Spaanse problemen?
'De hele crisis komt voort uit een constructiefout in de eurozone, met name de toepassing van eenzelfde monetair beleid en interestvoet voor verschillende lidstaten.
In 2002 moest de Europese Centrale Bank (ECB) de interestvoeten verlagen van 4,5 procent tot 2 procent in 2005 om Duitsland uit zijn recessie te halen, en Frankrijk en Italië uit een periode van lage of nulgroei. Een logische beslissing, want die drie landen samen vertegenwoordigden twee derde van het Europees bbp.'
'Maar voor de minder ontwikkelde lidstaten als Spanje of Ierland was een rente van 2 procent veel te laag. Met een groei van 3 procent en een inflatie van 3 procent betekende dit dat krediet de facto gratis werd voor gezinnen en bedrijven. Dat was een forse stimulans om schulden te maken.'
'De regering behield bovendien, tegen het advies van verschillende economen, de fiscale aftrek van de interesten op de hypotheek, wat een extra impuls was om een woning te kopen. Gevolg was dat in 2006 de kredieten met 30 procent groeiden, bijna zes keer zo snel als het bbp.'
Waarom is de crisis in Spanje zo hardnekkig, terwijl een land als Ierland al tekenen van herstel vertoont. Temeer omdat de Spaanse overheidsfinanciën aan de vooravond van de crisis gezond waren. In 2007 bedroeg de schuld slecht 37procent van het bbp.
'Het probleem van Spanje is niet zozeer de overheidsschuld, die eind 2011 al 68 procent van het bbp bedroeg, en zelfs niet de privéschuld, schuld die maar liefst 227 procent van het bbp bedroeg, maar ondertussen snel terugloopt.
Het meest nijpend probleem is dat Spanje het overheidstekort weer moet reduceren van 8,5 procent in 2011 tot 5,3 procent in 2012 en 3 procent in 2013. En dat in volle recessie en op een moment dat ook de bedrijven en de banksector hun schulden moeten herschikken.
Spanje heeft eerder een probleem van cashflow dan van stock. Maar volgens mij zullen ook andere leden van de eurozone er niet in slagen hun deficit tegen 2013 tot 3procent te herleiden, en wordt die termijn best verlengd om een nieuwe recessie in de hele eurozone te voorkomen.'
U pleit ook voor een flexibeler arbeidsmarkt. Nochtans toonde de Spaanse arbeidsmarkt een uitzonderlijk vermogen om migranten te absorberen.
'En toch functioneert de Spaanse arbeidsmarkt het slechtst van de hele eurozone, want nergens deed de crisis zoveel arbeidsplaatsen verloren gaan. De recessie heeft in Spanje tot dubbel zoveel werkloosheid geleid als het gemiddelde in de eurozone.
Spanje kent een heel duale arbeidsmarkt. Er zijn de oudere, vaak laaggeschoolde werknemers met vaste contracten en een ontslagvergoeding van 45 dagen per gewerkt jaar. Zij worden bovendien beter vertegenwoordigd door de vakbonden, waardoor ze hogere looneisen kunnen stellen.
In tijden van crisis is het voor bedrijven zeer moeilijk of onmogelijk om de lonen van deze werknemers te verlagen, hun arbeidsuren te verminderen of personeelsleden te muteren. Vaak met een faillissement en dus meer werklozen tot gevolg.'