Die kwestie van onderwaardering van beleggingsfondsen is zo oud als het bestaan van closed end fondsen. Soms is de onderwaardering groter, en dan weer heel klein. Het vereist in dat geval goed in kaart brengen van de relatieve onderwaarderingen en als die groot is toeslaan, mits je verwacht dat de onderliggende waardes niet onderuit gaan.
En ja, meestal is er wel een goede reden voor de onderwaardering.
In de eerste plaats willen beleggers zo courant mogelijke beleggingen, waar optietransacties mogelijk zijn. Verder kan er een kwestie van zeggenschap een rol spelen, doorzichtigheid, kostenstructuur, kwaliteit van degenen , die de beleggingsbeslissingen nemen. Als je ziet dat holdingmaatschappijen vrijwel altijd een discount hebben, zelfs als het 1 op 1 is, zoals bij Heineken, of 1 op 2 zoals bij Socfin, is het logisch dat als er meer beleggingen zijn, de onderwaardering (fors) groter kan worden.
Soms lukt het om bij structureel grote onderwaarderingen het management te dwingen actie te ondernemen, door de zaak te liquideren, de structuur eenvoudiger te maken, eigen aandelen te gaan inkopen, teneinde de onderwaardering terug te brengen. Je ziet dat er in Belgie het afgelopen jaar wel wat beweging was bij de holdings, waardoor gemiddeld de onderwaarderingen zijn teruggelopen.
Deze materie heeft veel kanten, en de risico´s zijn soms groter dan de onderliggende beleggingen, omdat het management andere belangen kan hebben dan de beleggers. Maar het is zeker de moeite waard te bezien waar de onderwaarderingen historisch bezien groter zijn dan normaal.