’Kankermedicijnen dankzij pandemie eerder op de markt’
Door Johan Wiering
1 uur geleden in FINANCIEEL
In de strijd tegen de coronapandemie zijn razendsnel vaccins ontwikkeld. Die snelheid sterkt experts in hun verwachting dat diverse ernstige ziektes, zoals darmkanker, steeds beter en sneller te behandelen worden. En wie over een paar jaar een griepprik krijgt, belandt waarschijnlijk veel minder vaak alsnog ziek in bed.
In de strijd tegen de coronapandemie zijn razendsnel vaccins ontwikkeld. Die snelheid sterkt experts in hun verwachting dat diverse ernstige ziektes, zoals darmkanker, steeds beter en sneller te behandelen worden. En wie over een paar jaar een griepprik krijgt, belandt waarschijnlijk veel minder vaak alsnog ziek in bed.
Hoef je je in de toekomst minder zorgen te maken als je ziek wordt? Het zou zomaar kunnen. De medische wetenschap boekt immers razendsnel vooruitgang, zeker ook op medicijngebied. De coronapandemie heeft voor een doorbraak van mRNA-technologie gezorgd. Daarmee worden nu ook de nieuwste griepvaccins ontwikkeld.
’Traditionele’ middelen om ziekte te voorkomen, zogenoemde vectorvaccins, maken gebruik van een onschadelijk gemaakt verkoudheidsvirus. De nieuwe generatie mRNA-vaccins werkt net iets anders: die bevatten een instructie aan lichaamscellen om een onschuldig stukje van een specifiek virus te maken. Het immuunsysteem herkent dat stukje als lichaamsvreemd en gaat vervolgens antistoffen produceren.
Optelsom
Analist Rich Wolf van de Amerikaanse vermogensbeheerder Capital Group komt op basis van de optelsom tot de conclusie dat ’de grootste wereldwijde vooruitgang in het komende decennium in de gezondheidssector zou kunnen plaatsvinden’.
MRNA-vaccins zijn snel te maken en aan te passen en lijken daardoor bij uitstek geschikt voor infectieziektes waarvan voortdurende nieuwe varianten opduiken. Over een paar jaar zou er weleens een mRNA-vaccin tegen griep op de markt kunnen komen. En dat is goed nieuws voor wie daarvoor jaarlijks naar de dokter moet, want zo’n ’griepprik 2.0’ heeft een veel grotere kans om effectief te zijn.
De productie van de huidige griepvaccins start noodgedwongen een half jaar vóór het griepseizoen, waardoor de werkzaamheid gemiddeld amper 50% is. In het halfjaar tussen productie en het griepseizoen kan immers een heel nieuw virus de kop opsteken, waar de griepprik minder of zelfs helemaal geen vat op heeft. Wie wil weten wat voor gevolgen dat heeft, hoeft alleen maar terug te kijken naar de winter van 2017-2018: toen veroorzaakte een griepgolf in Nederland een oversterfte van bijna 10.000 mensen.
Bij een mRNA-vaccin hoeft de inschatting wat het dominante griepvirus wordt pas in de zomer gemaakt te worden. Gevolg: meer kans dat de ontwikkelaars de juiste griepvariant bestrijden.
De huidige grootste leverancier van griepvaccins, Sanofi, weet waar het op moet wedden en kondigde onlangs aan jaarlijks €400 miljoen te investeren in de ontwikkeling van mRNA-vaccins waaronder die tegen griep. En ook twee samenwerkingsverbanden van farmaceuten – BioNTech en Pfizer enerzijds, en CureVac en GSK anderzijds – zijn al vergevorderd met de nieuwste griepprikken.
MRNA-vaccins en medicijnen tegen onder meer hiv, malaria en hepatitis C zijn minder ver in ontwikkeling, maar zouden ook binnen tien jaar op de markt kunnen komen.
„Per infectieziekte moet worden bekeken hoe we de juiste immuunrespons kunnen opwekken”, zegt medisch directeur Daniëlle Zandbergen van farmareus GSK. „De ontwikkeling van vaccins en geneesmiddelen hangt van veel factoren af. Al sinds de jaren tachtig wordt er gezocht naar een vaccin tegen hiv, maar dat is er nog altijd niet.”