Tweedehandswinkel van Euronav
22 januari 2016 13:07 Stijn Demeester
Ze luisteren naar poëtische namen als de Flandre, de Artois of de Famenne en ze sjokken onvermoeibaar langs de drukste vaarroutes ter wereld om ruwe olie te verschepen van olieproducerende regio’s naar oliehongerige landen. De mammoettankers van Euronav EURN 2,58% , in zeevaardersjargon VLCC’s of Very Large Crude Carriers, zullen het door de crashende olieprijs wel moeilijk hebben, toch?
Dat lijkt de beurs toch te denken. Sinds begin dit jaar kelderde het Euronav-aandeel al met 22 procent, tegenover een Bel20-verlies van 9 procent. Beleggers dumpten het aandeel nietsontziend omdat het nu eenmaal een sterk oliegeurtje heeft.
Door de crash van de olieprijs noteert Euronav 28 procent onder zijn intrinsieke waarde.
De waarheid is complexer. Gisteren meldde Euronav dat het een van die VLCC-tankers, de Famenne, voor 38,4 miljoen dollar heeft verkocht op de tweedehandsmarkt. Voor een van de oudste schepen van Euronav, de Famenne kwam 15 jaar geleden in de vloot, is dat een meer dan behoorlijke prijs. Euronav realiseert immers een meerwaarde van 13,8 miljoen euro op de boekwaarde.
Die hoge prijs is een weerspiegeling van het trackrecord van Euronav. Net zoals bij een tweedehands auto weet de koper dat de Famenne steeds in het bezit geweest is van Euronav en dat het onderhoudsboekje compleet is. Maar het overnamebedrag is ook een reflectie van de vooruitzichten in de olietankermarkt, en die ogen, in tegenstelling tot wat de crashende olieprijs doet vermoeden, niet slecht.
Meer nog, stel dat Euronav vandaag al zijn tankers zou verkopen tegen de gangbare tweedehandswaardes, dan kan het 12,80 euro per aandeel uitkeren aan de aandeelhouders. Dat betekent dat Euronav vandaag zowat 28 procent onder zijn intrinsieke waarde noteert.
Met een vervroegde trading update meldde de oliereder dat het zijn VLCC’s in het vierde kwartaal verhuurde voor een gemiddeld tarief van 62.000 dollar per dag. Ter vergelijking, het break-evenpunt voor een VLCC ligt rond 27.000 dollar.
Analisten zoals Wouter Vanderhaeghen van KBC Securities zien wel heil in de strategie van Euronav om oudere schepen te verzilveren op de tweedehandsmarkt. Momenteel wegen lagere nieuwbouwprijzen op de tweedehandsprijzen voor jongere schepen, terwijl oudere schepen veel aantrekkelijker geprijsd zijn. Euronav is erg clever zijn vloot aan het verjongen.
Het beurshuis JPMorgan ziet in die lagere nieuwbouwprijzen onheil voor de olietankermarkt. ‘Er zijn te veel schepen in aanbouw, wat de balans tussen vraag en aanbod verstoort.’
Euronav bevestigde vorige week dat het 80 procent van de nettowinst zal laten terugvloeien naar de aandeelhouders als dividend of via het opkopen van eigen aandelen. Als verkoper van tweedehandsschepen, weet het als geen ander wat er onder de motorkap schuilgaat.
Bron: De Tijd