en wat nu ?
.
Van Trump af, niet van het trumpisme
Amerika Trump verergerde de polarisatie en veegde de vloer aan met democratische principes. Hij kon dat doen omdat zo veel aanhangers zich in hem herkenden, schrijft Ian Buruma. NRC.
.Butler is een kleine stad in Pennsylvania, ongeveer 13.000 inwoners. Staal is er de voornaamste industrie. De meeste mensen stemden op Donald Trump. Nadine Schoor, een 63-jarige inwoner, legde aan The New York Times uit waarom: „Ik zie Donald Trump – en ik zie familie. Ons land is de familie. Hij is de vader.”
Ian Buruma is historicus en schrijver.
Wederom hebben opiniepeilers, Democraten, en alles wat zich progressief noemt, onderschat waarom mensen als Nadine Schoor nog altijd zo warm lopen voor Trump. Die onderschatting van Trumps aanhang toont weer eens hoe wijd de kloof is tussen het stedelijke, min of meer progressieve Amerika en de lager opgeleide provincie en platteland. Het zijn haast twee verschillende landen.
De Democratische Partij, net als progressieve partijen elders, was ooit de partij van de lagere klasse, met name de witte lagere klasse, en bij tijd en wijle ook van de zwarte en bruine bevolking. De Republikeinen stonden vooral voor de belangen van de zakenwereld en de rijkere stemmers. Deze verhoudingen verschoven in de vorige eeuw, toen het belang van de zware industrie relatief minder werd; dat soort werk wordt nu in armere landen gedaan. Er waren steeds minder arbeiders.
Progressieve politiek, met name in academische kringen, maar ook in de Democratische partij, hield zich steeds meer bezig met identiteit en emancipatie, geslacht, seksuele oriëntatie en ras. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar deze preoccupaties slaan nu eenmaal beter aan bij hoogopgeleide stedelingen dan bij boeren, mijnwerkers of fabrieksarbeiders. Deze laatstgenoemden zoeken, althans in de VS, hun identiteit eerder in godsdienst en in het recht om wapens te dragen.
Wat telt is wie nu de straat op gaat, niet wie de verkiezing wint
Het is daarom niet ongebruikelijk in hogere kringen om op dergelijke mensen neer te kijken; het zijn boertige racisten die zich in de woorden van oud-president Obama „vastklampen aan hun wapens en hun religie”. Of, zoals Hillary Clinton het nog bondiger zei: „deplorables”– wat staat voor jammerlijk, weerzinwekkend, minderwaardig. Het is dan ook nauwelijks verbazingwekkend dat de rancune in de lagere klassen tegen de elite toenam en dat hun traditionele band met de Democratische Partij begon te rafelen.
.
Volksrancune
Donald Trump met zijn rode honkbalpet wist die emoties op lompe maar doeltreffende wijze te verwoorden. Ondanks zijn rijkdom deelt hij veel van de volksrancunes. Trump komt uit een milieu van louche vastgoedondernemers en maffiosi; in de deftigere New Yorkse kringen werd ook hij met de nek aangekeken. Zo werd hij de verlosser van de boze witte man. En zijn de Republikeinen nu de partij van Trump, ook als hij straks geen president meer is.
De vraag is of de Republikeinen ook zonder Trump deze weg zouden zijn ingeslagen. Is hij verantwoordelijk voor het quasi-autoritaire, soms openlijk racistische populisme dat de Republikeinse politiek nu beheerst of is hij niet meer dan een opportunist zonder scrupules die maatschappelijke stromingen handig heeft uitgebuit?
Zijn critici, onder wie ikzelf, wijzen graag op de ongehoorde wijze waarop hij normen en waarden met voeten treedt: een verkiezingsnederlaag is al bij voorbaat frauduleus, immigranten zijn criminelen, vrouwen grijp je bij hun kut, politieke tegenstanders moeten worden opgesloten, macht is om je familie te verrijken, etc.
Amerika investeert niet meer in Amerika
Dat dit gedrag van een president de liberale democratie in gevaar brengt lijkt me duidelijk. Maar de door Trump uitgebuite problemen, of verrotting zo u wilt, bestonden al toen hij niet meer dan een tv-entertainer was: de groteske kloof tussen arm en rijk, de overheersende macht van grote bedrijven, de door globalisering uitgeholde banen en het bespelen van rassenhaat onder een deel van de witte bevolking.
Theorie van de Grote Man
Zou de aanslag op democratische normen en instellingen ook zonder Trump hebben plaatsgevonden? Een dergelijke vraag is al vaak gesteld over historische leiders. Sommige mensen geloven in de theorie van de Grote Man: de geschiedenis wordt gemaakt door uitzonderlijke leiders. Linkse denkers zijn eerder geneigd te denken dat leiders het product zijn van omstandigheden: sociale en politieke structuren bepalen de geschiedenis, niet Grote Mannen.
De Weimarrepubliek in Duitsland (1918-1933) werd geteisterd door massale armoede, de vernedering van een verloren oorlog, verpletterende inflatie en een groot aantal knokploegen van verbitterde veteranen die niets liever wilden dan inhakken op hun vermeende vijanden, met name Joden en communisten. Je zou daarom de opkomst van Hitler toe kunnen schrijven aan omstandigheden. Zonder structurele problemen, geen Hitler.
Zonder de unieke omstandigheden van mei 1940 zou Churchill nooit zijn geroemd als „the greatest Englishman”. Maar dit wil niet zeggen dat de geschiedenis zonder Churchill op dezelfde manier zou zijn verlopen. Of zonder Hitler. Beiden hebben gereageerd op bepaalde omstandigheden, maar zij hebben die condities in een duidelijke richting geduwd. Niets staat vast. Alles kan anders lopen.
Alweer, Trump is geen Hitler en zeker geen Churchill. Maar hij heeft wel moedwillig haat en rancunegevoelens opgehitst en daardoor de bestaande polarisatie verergerd. Willen de Democraten de schade van het trumpisme enigszins herstellen, dan is het onvoldoende om alleen van Trump af te zijn. Ze moeten de condities die zijn gedrag mogelijk maakten goed begrijpen.
Het heeft geen zin om Trump-aanhangers af te doen als jammerlijk, racistisch, onwetend en dom. Een of al deze kenmerken zijn op sommigen van hen zeker van toepassing. Maar hun angsten en zorgen zijn soms gegrond. Dat betekent niet dat de Democraten de vooroordelen van de meest bekrompen trumpisten over moeten nemen. Het betekent wel dat progressieve partijen een weg terug moeten zien te vinden naar de minst bevoorrechte klassen, en niet alleen op grond van antiracisme, hoe belangrijk dat ook is.
De economie, zo zeggen Trump-stemmers in interviews, is vaak de reden om op hem te stemmen. Er is in de VS een nieuwe New Deal nodig. Trump beloofde iets dergelijks in 2016, maar van die nieuwe welvaart is weinig terechtgekomen – alleen de allerrijksten hebben ervan geprofiteerd. Een progressievere aanpak zal heel moeilijk worden, vooral met een Republikeinse Senaat. Maar het is de enige manier om de volkswoede in de banen te leiden die de liberale democratie overeind kan houden in plaats van haar kapot te maken.