Omdat de president zich geviseerd voelt door de huiszoeking, eist zijn juridisch team dat er een onafhankelijke controleur wordt ingesteld. The New York Times schrijft dat ex-president Donald Trump ruim 300 vertrouwelijke overheidsdocumenten had liggen.
In januari haalde het National Archive 150 documenten op bij Donald Trumps resort Mar-a-Lago in Palm Beach, in juni gaven medewerkers van Trump een tweede verzameling papieren uit het landgoed mee aan een delegatie van het ministerie van Justitie. De vijftien dozen die bij het National Archive terechtkwamen, waren voor de FBI aanleiding om het onderzoek op te starten dat uiteindelijk leidde tot de huiszoeking in Mar-a-Lago begin deze maand, schrijft de krant.
Het zou gaan om documenten van de Amerikaanse veiligheidsdiensten FBI, CIA en NSA, die allemaal op z’n minst de status vertrouwelijk hebben en waarvan sommigen als ‘top secret’ zijn aangemerkt. Zulke documenten mogen normaal gesproken alleen bewaard worden op locaties die daarvoor speciaal door de overheid zijn aangemerkt. Mar-a-Lago is dit niet.
Het onderzoek van de FBI loopt nog, wat er volgens The New York Times op duidt dat de veiligheidsdienst er niet van overtuigd is dat Trump geen vertrouwelijke documenten meer in zijn bezit heeft.
Aanklacht ingediend
Eerder maandag werd bekend dat de oud-president wil dat er een onafhankelijke controleur wordt aangesteld in het onderzoek. Zijn advocaten hebben hiervoor een aanklacht ingediend bij een federale rechtbank in Florida. Deze controleur zou moeten nagaan of deze documenten uit Mar-a-Lago vallen onder het presidentiële privilege om bepaalde informatie geheim te houden.
Trump wil daarnaast ook een meer gedetailleerde lijst van de spullen die door de FBI uit zijn landgoed zijn meegenomen. De informatie die daar tot nu toe over werd vrijgegeven, is volgens hem niet toereikend.