rationeel schreef op 27 december 2020 12:27:
Brexit-overeenkomst: overwinning voor soeverein Verenigd Koninkrijk én Europa, niet EU
Jelte Wiersma.
Het is de Britse premier Boris Johnson (Conservative Party) gelukt. Het Verenigd Koninkrijk is vanaf 1 januari 2021 weer een soeverein land. Het kan nagenoeg vrijelijk goederen en diensten exporteren naar en importeren uit de Europese Unie. Daarmee laat Johnson zien dat samenwerking en vrijhandel in Europa niet samen hoeft te gaan met een politiek integratieproject, schrijft Jelte Wiersma.
Het Verenigd Koninkrijk is deel van Europa, zei Johnson donderdag in de toespraak waarin hij de overeenkomst tussen de Europese Unie en zijn land bekendmaakte. Daarmee benadrukte hij iets belangrijks: de Europese Unie is niet Europa en Europa is niet de Europese Unie. De Europese Unie is grofweg een politiek project waarin lidstaten gaandeweg hun soevereiniteit opgeven, elk jaar meer macht overhevelen naar Brussel (Commissie), Luxemburg (rechters) en Straatsburg (Parlement), en voor de eurolanden naar Frankfurt (centrale bank), terwijl het intussen uiteindelijk Duits-Franse onderonsjes zijn die bepalen wat er gebeurt.
De EU is expliciet geen Europese samenwerking, zoals premier Mark Rutte (VVD) de EU-integratie vaak noemt. Wat wél Europese samenwerking is, is het akkoord dat Johnson en de Duitse Commissievoorzitter Ursula von der Leyen (CDU) donderdag presenteerden. In tweeduizend pagina’s is de nieuwe verhouding tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk vastgelegd. Daardoor kan de handel grotendeels doorgaan, maar hebben regering en parlement in Londen de macht teruggehaald om zelf over hun land te beslissen en vrijelijk handel te drijven met niet-EU-landen.
Brexit-akkoord is blauwdruk voor Europese samenwerking
Daarmee hebben Von der Leyen en Johnson een akkoord uitonderhandeld dat als blauwdruk kan dienen voor hoe Europa zou kunnen zijn: een geografisch, cultureel en economisch nauw met elkaar verweven hoekje van het Euraziatische continent dat wordt gekenmerkt door democratie en diversiteit.
Die verwevenheid maakt dat nauwe economische samenwerking vanzelfsprekend zou moeten zijn, terwijl de democratie en diversiteit centralisering van macht juist onlogisch maken. Democratie functioneert alleen als er een publiek debat in dezelfde taal te voeren is. Politieke projecten die Europa in één bestuurlijke mal probeerden te gieten, zijn allemaal ten onder gegaan.
In dat licht betekent de Brexit-overeenkomst winst. Niet alleen voor het Verenigd Koninkrijk, maar ook voor heel Europa. Sterker nog, het akkoord revitaliseert Europa misschien wel. Tot en met 31 december zitten alle economisch belangrijke landen in de EU of zijn ze daarvan satellieten, op Rusland na. Dit heeft de competitie tussen Europese landen deels tenietgedaan. Niet voor niets zijn sinds de invoering van de interne markt (1995) de economieën van de EU-landen beduidend slechter gaan presteren dan de Amerikaanse. Terwijl vóór 1995 de economische groei nog gelijk opging. De Verenigde Staten kennen vaak meer competitie tussen de staten onderling dan de EU tussen de lidstaten.
Door Brexit is de competitie terug in Europa
Door Brexit is er voor het eerst sinds decennia weer een economisch en cultureel belangrijk Europees land dat vrij is om zijn eigen wetten te maken. Daardoor wordt de competitie weer aangewakkerd. Johnson kan bijvoorbeeld belastingen verlagen of belastingen vriendelijker maken voor economische groei. Ook kan hij allerlei EU-verboden (zoals dat op genetische modificatie) en strenge privacyregels terzijde schuiven. Daardoor wordt het Verenigd Koninkrijk competitiever en dwingt het de EU-landen om ook hun interne markt te liberaliseren. Tegelijk kan het Verenigd Koninkrijk handelsverdragen sluiten met de grootste economie van de wereld, Amerika. Dat lukt de EU maar niet, onder meer door de tegenwerking en protesten van Duitse en Franse boeren en natuurclubs.
Ook kan het Verenigd Koninkrijk moreel veel sneller schakelen door de communistische dictatuur China buiten te sluiten. Dat heeft het al gedaan met telecomreus Huawei. Ook dat lukt de EU met haar 27 lidstaten maar niet. En het kan bijvoorbeeld vrijhandelsakkoorden sluiten met Afrikaanse landen voor de productie van goedkoper voedsel. Gesubsidieerd EU-voedsel kan zo worden vervangen, terwijl Afrikaanse landen een economische injectie krijgen.
Als Johnson er inderdaad in slaagt de herwonnen soevereiniteit succesvol te benutten, dan zullen de vraagtekens bij het EU-experiment alleen maar groter worden. In die zin rust de toekomst van een divers en democratisch Europa opnieuw op de schouders van een Britse premier.