Ollongren is een lid van het van origine Finse adellijke geslacht Ollongren (oorspronkelijk Ållongren). Ze is een dochter van de Nederlandse informaticus en sterrenkundige Alexander Ollongren, die in 2002 werd ingelijfd bij de Nederlandse adel. Kajsa Ollongren mag zich hierdoor jonkvrouw noemen. Door haar Zweedse moeder heeft ze naast de Nederlandse ook de Zweedse nationaliteit.
Ze groeide op in Oegstgeest en bezocht daar tussen 1979 en 1985 het Rijnlands Lyceum. Ze studeerde tussen 1985 en 1991 geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en volgde daarna de opleiding administration publique aan de École nationale d'administration in Parijs en de Leergang Buitenlandse Betrekkingen aan Instituut Clingendael.[1]
Ambtelijke carrière
Na haar studie werkte Ollongren van 1992 tot 2007 bij het ministerie van Economische Zaken, eerst als beleidsmedewerker Midden- en Oost-Europa, vervolgens als hoofd parlementaire zaken, vanaf 2001 als directeur Europese integratie en strategie en vanaf 2004 als plaatsvervangend directeur-generaal economische politiek.
Ollongren stond als vijfde op de kandidatenlijst van D66 voor de Tweede Kamerverkiezingen 2006. D66 behaalde drie zetels en Ollongren werd niet verkozen.
Vanaf 2007 was ze plaatsvervangend secretaris-generaal, en vanaf augustus 2011 secretaris-generaal bij het ministerie van Algemene Zaken.[2] Daarmee was ze de belangrijkste adviseur van de premier.[1]
Van juni tot oktober 2010 was Ollongren secretaris van de kabinetsformatie die resulteerde in het kabinet-Rutte I.[2]
Gemeentebestuur in Amsterdam (2014-2017)
In juni 2014 werd Ollongren namens D66 wethouder en locoburgemeester in Amsterdam met de portefeuille economische zaken, zeehaven en luchthaven, gemeentelijke deelnemingen en bedrijven, kunst en cultuur, lokale media, monumenten, en stadsdeel Centrum, in een college gevormd door D66, VVD en SP.[3]
Op 18 september 2017 nam ze de taken van burgemeester Eberhard van der Laan over, die zich ziek meldde,[4][5] en op 5 oktober 2017 overleed.
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ollongren is sinds het aantreden van kabinet-Rutte III op 26 oktober 2017 met uitzondering van een half jaar minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vicepremier in het op die dag aangetreden kabinet-Rutte III. Om gezondheidsredenen werden haar taken als minister vanaf oktober 2019 tot 14 april 2020 tijdelijk waargenomen door Raymond Knops als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ank Bijleveld als minister voor de AIVD, Stientje van Veldhoven als minister voor Milieu en Wonen. Het vicepremierschap werd iets langer waargenomen door Wouter Koolmees, namelijk tot 14 mei 2020.[6]
Als minister was Ollongren verantwoordelijk voor het afschaffen van het raadgevend referendum, zoals was afgesproken in het Regeerakkoord. Dit leidde tot ontevredenheid bij een deel van D66.[7]
Het groeiende woningtekort vormde een belangrijk dossier in deze kabinetsperiode. Als doel stelde Ollongren om elk jaar 75.000 woningen te bouwen in Nederland, wat werd gehinderd door de stikstofcrisis waardoor er minder vergunningen uitgegeven konden worden. Maar ook Ollongren werd verweten niet genoeg sturing te geven in dit dossier.[7] Zo gaven wethouders aan lang te wachten op meer landelijke wet- en regelgeving.[8]
Het dossier wonen gecombineerd met de coronacrisis leidde tot een motie van afkeuring door de Eerste Kamer tegen Ollongren, de eerste sinds 1875.[9][7] Dit begon toen op 21 april 2020 door Tiny Kox (SP) een motie werd ingediend waarin opgeroepen werd tot een tijdelijke huurstop in verband met de coronacrisis. Deze motie werd met een meerderheid van Forum voor Democratie, PVV, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, 50Plus en de Onafhankelijke Senaatsfractie aangenomen.[10] Een vergelijkbare motie was in de Tweede Kamer juist niet aangenomen.[7] Tijdens een interpellatie gaf Ollongren aan de motie niet uit te voeren, omdat een generieke huurstop niet doeltreffend zou zijn. Hierop nam de Eerste Kamer opnieuw een motie aan waarin opgeroepen werd de eerdere motie toch uit te voeren.[11] Toen Ollongren wederom de motie weigerde uit te voeren, diende de SP op 16 juni een motie van afkeuring in.[9] Op 23 juni werd de motie aangenomen met een meerderheid van 39 stemmen voor en 36 tegen, waarbij Ollongren alleen steun hield van de coalitiepartijen, de SGP en de fractie-Otten.[12][13]
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 stond Ollongren op de kandidatenlijst van D66 als lijstduwer op plek tachtig. Ze vergaarde 3123 voorkeurstemmen. Vooraf had Ollongren aangekondigd dat ze haar zetel niet zou innemen, mocht ze op basis van voorkeurstemmen gekozen worden.