Helft tenderkosten vergoed, ook bij mislukte aanbesteding”
bouwbreed Premium 96
“Helft tenderkosten vergoed, ook bij mislukte aanbesteding”
Verliezers hebben recht op een tendervergoeding als zij naast een opdracht grijpen. Staatssecretaris Mona Keijzer dringt erop aan dat opdrachtgevers ook over de brug komen bij een mislukte of ingetrokken aanbesteding. Het is nog wel de vraag deze vrijblijvende handreiking genoeg is om de praktijk te doorbreken.
De handreiking Tenderkostenvergoeding, die de bewindsvrouw naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, geeft heldere percentages en adviezen, opgezet a la de Gids Proportionaliteit. De intentie is dat opdrachtgevers ongeveer de helft van de tenderkosten betalen, behalve voor winnaar.
Geen vergoeding bij ‘laagste prijs’
Afhankelijk van de complexiteit van een tender kan zo’n vergoeding oplopen tot 10 procent van de contractsom. “Een hoge vergoeding is op zijn plaats bij grote inspanningen. Denk daarbij aan het uitwerken van een plan van aanpak, het maken van een maquette of een compleet ontwerp”, schetst de handreiking, die in breed overleg met zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers is opgesteld.
De Handreiking stelt ook dat als op de laagste prijs wordt gegund, daar geen enkele vergoeding tegenover hoeft te staan. Een doorbraak is de aanbeveling om bij mislukte aanbestedingen alle inschrijvers tegemoet te komen in de tenderkosten. Nu krijgt niemand iets, terwijl 3 tot 5 procent van de tenders niet wordt gegund.
Winkansen afwegen
Het is een van de grootste ergernissen bij bouwers: De hoge tenderkosten als zij een project niet binnenhalen. Een kostenpost die op geen enkele manier is te verhalen en ‘goedgemaakt’ moet worden met andere projecten.
Vooral bij complexe infra- en ontwerpprojecten zijn vaak grote tenderteams maandenlang bezig en lopen tenderkosten in de miljoenen euro’s. Maar ook voor een relatief eenvoudige rotonde of wegaanpassing wordt steeds vaker een plan van aanpak of een hinderplan gevraagd. Het is niet voor niets dat bouwers allang niet meer lukraak tenderen, maar steeds kieskeuriger inschrijven en hun winkansen goed afwegen. Bij de meeste aanbestedingen is offreren geheel voor eigen rekening en risico.
Emvi 10 x zo duur
De handreiking hoort bij het traject Beter Aanbesteden waarin met praktische middelen wordt geprobeerd de grieven rond aanbesteden op te lossen. Of de handreiking een succes wordt, valt of staat met de bereidheid van opdrachtgevers de richtlijn te gebruiken.
Niet verplicht
En daar zit nu precies ook de zorg van brancheorganisaties, die overigens zelf hebben meegedacht over de inhoud. De richtlijn is slechts een advies en heeft geen wettelijke status zoals de Gids Proportionaliteit. Het is dus niet verplicht om een tendervergoeding te bieden.
Toch is Philip van Nieuwenhuizen van MKB Infra optimistisch over toepassing van de handreiking. Bij elke ledenvergadering hoort hij ondernemers zuchten over hoge tenderkosten: “Bij een emvi-aanbesteding kost een A4tje gemiddeld 1000 euro om op te stellen. Grofweg kost een emvi 10 keer zoveel als een traditionele tender op de laagste prijs.”
Hoge drempel voor MKB
Kosten die nu eindelijk standaard vergoed gaan worden, ook al is het niet verplicht om volgens de handreiking te werken. “Een wettelijke bepaling zou een betere stok achter de deur zijn, maar er staan al allerlei bepalingen in de aanbestedingswet over de wat redelijk is om van een inschrijver te verwachten. Deze handreiking schetst daarvoor een helder kader. De drempel voor MKB-ers om mee te tenderen is nu hoog, vanwege de hoge kosten. MKB-ers zullen sneller inschrijven als ze weten dat grofweg de helft van die kosten wordt vergoed. ” Van Nieuwenhuizen verwacht ook op korte termijn de eerste rechtszaak over een vergoeding bij een mislukte aanbesteding.
Joost Fijneman van het Aanbestedingsinstituut gaat komende tijd opdrachtgevers consequent aanspreken als zij de handreiking negeren bij het uitschrijven van nieuwe tenders. “De staatssecretaris heeft aangekondigd gebruik te gaan meten. Dan weten we pas echt hoe vaak een vergoeding wordt betaald. Aanbestedende diensten moeten ófwel voorkomen dat ondernemers met disproportionele tenderkosten te maken krijgen, ófwel een vergoeding bieden.”