Kwek en anderen.
Hier de grote econoom en meer Schumpeter met zeker actuele gedachten over monopolievorming en democratie. Visionair man!
"De geschiedenis van de economische analyse
Schumpeters grote kennis komt tot uiting in zijn postuum verschenen Geschiedenis van de Economische Analyse. Sommige van zijn oordelen zijn opmerkelijk, bijvoorbeeld zijn mening dat niet Adam Smith, maar Turgot de belangrijkste 18de-eeuwse econoom was. Schumpeter bekritiseerde John Maynard Keynes en David Ricardo voor de "Ricardiaanse zonde". Volgens Schumpeter redeneerden Ricardo en Keynes met abstracte modellen, waar zij alle variabelen bevroren en dus buiten beschouwing lieten, behalve die paar variabelen, waarmee zij iets wilden aantonen, waarna zij vervolgens gemakkelijk konden aantonen dat de ene variabele de andere zou veroorzaken. Dit leidde tot het volgens Schumpeter heilloze geloof dat men gemakkelijk beleidsconclusies zou kunnen trekken uit abstracte theoretische economische modellen.
Schumpeter en het Keynesianisme
In Schumpeters theorie volstaat de Walrasiaanse evenwichtstheorie niet om de voornaamste mechanismen van de economische ontwikkeling te beschrijven. Schumpeter was van mening dat een goed ontwikkeld financieel systeem, met een reeks van instituties voor de kredietverlening, het een "entrepreneur" mogelijk maakt om zijn "ideeën" te realiseren door alle benodigde "productiemiddelen" in te kopen.
Men kan een onderscheid maken tussen economen die de nadruk leggen op de "reële" wereld en die geld beschouwen als niet meer dan een smeermiddel om de boel draaiende te houden en economen die monetaire instituties belangrijk vinden, omdat monetaire ontsporingen ook gevolgen hebben in de "reële" wereld. Zowel Schumpeter als Keynes vallen in de laatste categorie. Desondanks verwierp Schumpeter, die een klassiek liberaal was, het keynesianisme.
Schumpeter en de aangekondigde ondergang van het kapitalisme
Schumpeters meest gelezen boek is waarschijnlijk Capitalism, Socialism, and Democracy (Kapitalisme, Socialisme en Democratie), waarin hij de theorieën van Karl Marx bespreekt. Schumpeter staat sympathiek tegenover Marx' analyse, maar concludeert dat het kapitalisme door het socialisme vervangen zal worden om andere redenen dan Marx denkt. In dit boek presenteert Schumpeter ook zijn beroemde concept van creatieve destructie, wat inhoudt dat oude manieren van werken en oude structuren telkens vervangen worden door nieuwe.
Schumpeter en democratische theorie
In hetzelfde boek zette Schumpeter een theorie van de democratie uiteen, die tot doel had, dat wat hij de "klassieke leer" noemde, uit te dagen. Hij betwistte het idee dat democratie een proces was, waarbij de kiezers zich identificeren met het algemeen belang, en dat politici dit algemeen belang vervolgens uit naam van de kiezers uitvoerden. Hij betoogde dat dit onrealistisch was, en dat de onwetendheid en de oppervlakkigheid van de mensen betekende dat zij in feite tot op grote hoogte door de politici zouden worden gemanipuleerd. De politici bepaalden de agenda. Dit maakte een 'regering door het volk' concept naar zijn mening zowel onwaarschijnlijk als ongewenst. In plaats daarvan bepleitte Schumpeter, sterk beïnvloed door Max Weber, een minimalistisch model, waarbij democratie een mechanisme is voor de concurrentie tussen leiders, vergelijkbaar met een marktstructuur. Hoewel periodieke verkiezingen, waar iedereen zijn stem uitbrengt, regeringen legitimeren en verantwoordelijk houden, is het beleidsprogramma een zaak van de regering en niet van het volk. De participerende rol van individuen is meestal ernstig ingeperkt.
Schumpeter en ondernemerschap
Het onderzoek naar ondernemerschap heeft veel te danken aan de bijdragen van Schumpeter. Hij was waarschijnlijk de eerste wetenschapper die theorieën over ondernemerschap ontwikkelde. Hij gaf twee theorieën. In de eerste variant stelde Schumpeter dat innovatie en technologische verandering binnen een natie van de ondernemers, of de "wilde geesten", komt. Hij bedacht het woord Unternehmergeist, ook in het Nederlands bekend als Ondernemingsgeest. Hij geloofde dat de ondernemers de mensen zijn die de economie van een land aan de gang houden. In de tweede variant, die hij als hoogleraar aan de Harvard Universiteit verder uitwerkte, stelde hij dat de actoren, die de innovatie en de economie aandrijven de grote bedrijven zijn. Zij beschikken over de middelen en het kapitaal om in onderzoek en ontwikkeling te investeren. Beide varianten worden vandaag de dag als complementair beschouwd.
Schumpeter en innovatie
Schumpeter identificeerde innovatie als de kritische dimensie van economische veranderingen[4]. Hij stelde dat economische verandering om innovatie, ondernemersactiviteiten en marktmacht draait. Hij probeerde te bewijzen dat marktmacht op basis van innovaties betere resultaten bood dan de onzichtbare hand en prijsconcurrentie. Hij stelde dat technologische innovatie vaak tijdelijke monopolies creëert, waardoor tijdelijk abnormale winsten ontstaan. Die verdwijnen echter al snel weer door gedrag van rivalen en imitators. Schumpeter zei dat deze tijdelijke monopolies noodzakelijk waren om de noodzakelijke prikkel voor bedrijven te geven om nieuwe producten en processen te ontwikkelen.[4]
Zijn nalatenschap
Hoewel Schumpeter sommige jonge wiskundig economen aanmoedigde en zelfs enige tijd voorzitter was van de Econometric Society (1940-41), was Schumpeter geen wiskundige, maar veeleer een econoom, die probeerde om sociologische begrippen in zijn economische theorieën te integreren. Vanuit huidig perspectief heeft men betoogd dat Schumpeters ideeën over de conjunctuurcyclus en economische ontwikkeling niet konden worden gevangen in de wiskunde van zijn tijd - om ze gedeeltelijk te formaliseren heeft men het toen nog niet bestaande begrippenkader van de niet-lineaire dynamische systemen nodig. Dit blijkt uit zijn werk Business Cycles uit 1939."
Bron: Wikipedia
Groet, Jonas