FvD stemmers gaan weer terug naar de PVV
Hier ging de kiezer van Geert naar Thierry en weer terug naar Geert
=====================================================
PVV-achterban Twee jaar geleden leken Geert Wilders en de PVV uitgeblust.
Nu is Wilders dominant in debatten en peilt de PVV op twintig zetels. Het geheim: stabiliteit en ervaring op het pluche.
Rik Rutten
2 maart 2021 uit de NRC
Leestijd 5 minuten
In het Zeehavenkwartier in Dordrecht stemde vier jaar geleden 70 procent op de PVV, maar bij de Europese Parlementsverkiezingen stemde de helft op FVD.
Nu is de PVV weer favoriet.
Het systeem opschudden, daar heb je een stabiele kracht voor nodig. Daarom vertrouwt Richard Kroon, IT’er uit Dordrecht, zijn stem straks toe aan Geert Wilders en niet aan Thierry Baudet.
Hij heeft in 2019 bij de Provinciale Statenverkiezingen nog gestemd op Forum voor Democratie, maar dat rolde sindsdien van ruzie naar ruzie. „Als ik op ze stem en de hele boel stort in, dan is het een verloren stem. Dan maak ik liever weer een stabielere keuze.”
De PVV is bezig aan een comeback ten koste van de FvD
Na drie kwakkeljaren en een reeks verloren verkiezingen stevent de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen opnieuw af op twintig zetels, dezelfde score als vier jaar geleden, en misschien wel ietsje meer. Als die missie slaagt, heeft partijleider Wilders dat te danken aan kiezers als Richard Kroon (39), die uitgekeken zijn op „al dat geouwehoer” bij FVD.
Vader Kroon twijfelt en overweegt toch nóg eens op FVD te stemmen, om de partij in de Kamer te houden. Richard peinst er niet over. Zijn vader heeft nota bene zelf corona gehad en hij was er goed ziek van. „Dus als Baudet zegt dat corona niet bestaat, dat het niet erg is… met dat soort uitspraken begint het bijna op Donald Trump-achtige praktijken te lijken.”
Een grote speeltuin
Geert is de nieuwe Thierry is de nieuwe Geert in het Zeehavenkwartier, een witte volksbuurt in Dordrecht. Schepen zie je hier niet, die zijn weggestopt achter de A16. In de zomer zitten de bewoners buiten in hun betegelde voortuinen totdat de zon wegzakt achter de geluidswal.
Er is een hoge concentratie tuinkabouters, er staan partytenten voor de deuren en er is een grote speeltuin met een kantine waar vier jaar geleden 70 procent van de kiezers in het stemhokje de PVV aankruiste op het stembiljet. Bij de Europese Parlementsverkiezingen in mei 2019 was daar nog maar een kwart van over: toen stemde meer dan de helft FVD.
De concurrentie op de nationalistische rechterflank leek twee jaar geleden het einde van het tijdperk-Wilders in te luiden. De PVV ging hard onderuit bij de Provinciale Statenverkiezingen en verdween zelfs uit het Europese Parlement. Pas dankzij een extra zetel die Nederland er na de Brexit bij kreeg keerde de PVV in 2020 alsnog terug in Brussel.
Bij de ‘patatbalie’ in het Tweede Kamergebouw, waar journalisten politici bij debatten opwachten om vragen te stellen, moest Wilders tot treurens toe herhalen dat hij écht niet ging opstappen als partijleider.
Daar hoor je in Den Haag nu niemand meer over. Een eenduidige verklaring voor Wilders’ comeback heeft zijn eigen partij niet. Twee anonieme PVV’ers die al jaren betrokken zijn bij de partij prijzen Wilders’ optreden tijdens de coronadebatten, „als een soort staatsman”. Een andere PVV’er, actief aan het Binnenhof, geeft hem minder krediet: „Hoe goed wij het doen, hangt er vooral vanaf hoe goed of slecht de andere partijen het doen.”
Duidelijk is in ieder geval de rol van één andere partij: Forum voor Democratie. FVD won toen de PVV verloor – en nu is het andersom. Dat is de strijd om de „middelvingerstem”, verklaart politiek historicus Koen Vossen, verbonden aan de Radboud Universiteit. „Die kiezers willen iemand die veel aandacht krijgt, iemand van wie ze het idee hebben dat die de politiek nú wel wakker kan schudden. Dat was in 2019 Baudet, en nu is het weer Wilders.”
Een partij met een groot kiezerspotentieel en een kleine harde kern kan in één klap flink winnen en even hard verliezen. Dat verklaart het gejojo van de PVV in verkiezingsuitslagen. Als Wilders de aandacht op zich vestigt, trekt dat snel extra kiezers aan. Verdwijnt hij uit beeld, dan is hun enthousiasme snel gedoofd. Een middelvinger heeft alleen effect als hij ook écht opgeheven is.
De wijk Zeehavenkwartier in Dordrecht is een witte volksbuurt.
Foto Merlin Daleman
De ster van Baudet was al voor corona tanende, zag Vossen. „Kiezers waren de instabiliteit bij FVD zat. Bij Wilders weet je wat je aan hem hebt. De coronacrisis gaf hem een kans zich van zijn sterkste kant te laten zien, in die Kamerdebatten is hij op zijn best. Daarom is deze campagne hem ook op het lijf geschreven: weinig het land in, veel debatten.”
Zo kan het, zegt Vossen, dat Wilders weer „het voordeel van de twijfel” van zijn kiezers krijgt. „Maar die twijfel blijft. Het is niet dat mensen hem zien als de verlosser ofzo.”
Dordtenaar Jacco Maas leunt in schildersoverall tegen een dixi in het Zeehavenkwartier: „Nee, Wilders is zeker niet ideaal. Het is misschien meer een signaal.” Maas – kaal, vijftiger, hij woont een paar wijken verderop – stemt al langer PVV. „De rest doet allemaal beloften, maar die komen ze niet na.” Buurtbewoner Gé Gerritsen, rustend op zijn e-bike, knikt. Hij tobt nog over zijn stem. Maas niet: „Wees eens eerlijk, denk ik dan bij de anderen. Hoe ga je dat betalen? Ze smijten met miljoenen...”
„Miljarden”, zegt Gé Gerritsen.
„Miljarden. En als jij iets nodig hebt, is er niks.”
Jacco Maas heeft ook wel eens VVD gestemd: hij was net huizenbezitter, dus ja, „dan probeer je dat”. Dat was helemaal niets, achteraf. Nu heeft hij jonge collega’s die niet eens een huurwoning in de stad kunnen vinden. „Die willen een huisje krijgen, maar ze komen er niet aan. Waarom? Omdat er 27.000 asielzoekers een woning nodig hebben en die krijgen voorrang.”
Dat het huisvesten van statushouders op een krappe woningmarkt een lastige klus is, zeggen ook veel gemeenten. Een aantal wil de voorrang schrappen. De PVV-kiezers hebben er hun eigen oplossing voor: minder asielzoekers.