Semi-regeringspartij PVV stuit in de wittebroodsweken van het nieuwe kabinet op wetten en praktische bezwaren die zij als 100% oppositiepartij tot dusver eenvoudig heeft kunnen negeren.
Dat overkomt elke politieke partij die de oppositiebankjes verruilt voor bestuurlijk pluche. Maar de confrontatie tussen droom en daad is bij de partij van Geert Wilders spannender dan anders, omdat de PVV in de oppositie zo ongeveer iedereen en alles in niet mis te verstane woorden onder vuur nam.
Neem bijvoorbeeld Europa. De PVV heeft een uitgesproken afkeer van 'Brussel'. Die plaatsnaam is voor de Partij voor de Vrijheid synoniem voor een logge bureaucratie die met ongebreidelde bemoeizucht en oekazes de nationale soevereiniteit ondermijnt. Repatrieer de macht uit Brussel naar Nederland, luidt het in het verkiezingsprogramma.
Sancties
Geheel conform deze geloofsbelijdenis sprak financieel woordvoerder Ronald van Vliet zich tegenover deze krant uit tegen automatische sancties die de Europese Commissie (EC) kan opleggen aan landen in de eurozone die niet voldoen aan de begrotingseisen in het Stabiliteits- en Groeipact. Wij willen zo weinig mogelijk macht voor Brussel, dus moeten de lidstaten beslissen of een land straf krijgt of niet, zei Van Vliet.
Afgelopen dinsdag bleek de PVV een draai van 180 graden te hebben gemaakt. In het debat waarin de Tweede Kamer met minister-president Mark Rutte terugblikte op de Europese Raad van regeringsleiders, schaarde PVV-Kamerlid Louis Bontes zich vierkant achter het standpunt dat de EC aan de knoppen behoort te zitten als er sancties moeten worden uitgedeeld. Politieke koehandel tussen met name de grote eurolanden leidt ertoe dat overtredingen ongestraft blijven, vindt nu ook de PVV.
Draai
Met deze draai lijkt de partij iets in te leveren van haar recht van spreken als Nederland door Brussel op de vingers wordt getikt, omdat ons land de regels niet goed heeft nageleefd. Die regels zijn namelijk niet ontsproten aan de Brusselse bureaucratie, zoals de PVV nu ook merkt. Ze zijn het uitvloeisel van afspraken die de lidstaten hebben gemaakt.
Dat geldt ook voor de regel, vanaf 1 januari, dat woningcorporaties hun huizen niet mogen verhuren aan huurders met een inkomen boven de euro 33.000 per jaar. Corporaties kunnen goedkoper geld lenen dan particuliere verhuurders. Dus doen zij private verhuurders oneigenlijke concurrentie aan als ze hun woningen verhuren aan huurders met hogere inkomens.
De PVV heeft zich steeds verzet tegen deze in haar ogen verfoeilijke inmenging van Brussel op de Nederlandse woningmarkt. Dat deed de partij ook in een debat met Piet Hein Donner, die als minister van Binnenlandse Zaken sinds drie weken ook over volkshuisvesting gaat. Donner zou Europa de oren moeten wassen, meende PVV-Kamerlid Eric Lucassen. Het akkoord dat zijn voorganger Eberhard van der Laan (PvdA) bereikte, was volgens hem het resultaat van schimmige onderhandelingen in Brusselse achterkamertjes.
Motie
Lucassen verzuimde echter een motie van de oppositie te steunen waarin Donner voor onderhandelingen werd teruggestuurd naar Brussel. Deze keer was er geen sprake van een plotselinge bekering, maar van opportunisme. De PVV-parlementariër verklaarde uit 'politieke overwegingen' zijn steun te hebben onthouden.
Lucassen volgde het voorbeeld van de grote roerganger Wilders. Die verklaarde bij de algemene politieke beschouwingen doodleuk dat hij in 2007 een motie van wantrouwen indiende wegens het dubbele paspoort van toenmalig staatssecretaris Nebahat Albayrak omdat hij het kabinet-Balkenende 4 zo snel mogelijk naar huis wilde sturen. Dat geldt niet voor de ploeg van Rutte. Dus weinig stampij over de dubbele nationaliteit van staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.
De achterban van de PVV zal het kunnen waarderen. Windt er geen doekjes om als je draait, want dat doet elke politicus toch. Kom er dan liever eerlijk voor uit, zoals Wilders doet.
Opportunisme
Maar openlijk beleden politiek opportunisme kent zijn grenzen. Wilders, die wekelijks aanschuift voor een onderonsje met premier Rutte en vicepremier Maxime Verhagen, kan daarmee niet blijvend ontsnappen aan de omhelzing waarmee VVD en CDA zijn partij electoraal de wind uit de zeilen denken te nemen. Dat hoeft ook niet, want het sterke wapen van de PVV-leider zijn niet z'n daden - die heeft hij nog niet laten zien - maar zijn woorden. Woorden waarmee hij lucht geeft aan het ongenoegen dat leeft onder zijn kiezers en waarmee hij het debat telkens in de naar hem gewenste richting dirigeert.
En sterk staaltje daarvan was zijn opmerking bij de politieke beschouwingen dat de koningin geen deel moet uitmaken van de regering. Naast het goed ontvangen optreden van de nieuwe premier, wist Wilders zo de meeste aandacht te trekken - met een voorstel waarvan waarschijnlijk weinig meer wordt vernomen.
Wilders is doordrongen van de kracht van het woord. Hij was er bij toen zijn grote voorbeeld, Frits Bolkstestein, de VVD als fractieleider vanaf 1994 een stevig conservatief imago gaf. Dankzij deze rechtse buitenboordmotor kon de VVD ondertussen onbekommerd zaken doen met PvdA en D66 in het eerste paarse kabinet.
Laurens Berentsen is correspondent van Het Financieele Dagblad in Den Haag