Econoom pleit voor minder bewegingsruimte voor centrale banken
’ECB-beleid leidt tot ellende’
Foto: Foto Ronald Bakker
door Dorinde Meuzelaar
Amsterdam - Dat de inflatie in de eurozone, ondanks alle maatregelen van de Europese Centrale Bank, hardnekkig laag blijft baart ECB-president Mario Draghi grote zorgen. Maar econoom Edin Mujagic ligt juist wakker van het tegenovergestelde scenario.
Wat hem betreft moeten we juist bang zijn voor inflatie, en voor het beleid van de ECB. Dat schrijft hij in zijn boek ‘Boeiend en Geboeid’, over de Nederlandse monetaire geschiedenis om lessen te trekken voor de toekomst. „Sinds 1914 hebben we 2.200% inflatie gezien, dat mag je gerust een regelrechte ramp noemen.”
Wat is er mis met die doelstelling van de ECB, om de inflatie naar 2% te krijgen?
„Waar ik moeite mee heb, is dat ze dat streven prijsstabiliteit noemen. Ik zie niet wat er stabiel is aan prijzen die, na tien jaar van 2% inflatie, 25% gestegen zijn. Als de ECB van nu tot 2025 elk jaar 2% inflatie haalt, dan zouden ze in 2025 feest gaan vieren, omdat ze prijsstabiliteit hebben gehaald. Terwijl op hetzelfde moment alles waar wij ons geld aan uitgeven, 25% duurder is. Hoe je dat als prijsstabiliteit kunt verkopen, is mij een raadsel.”
In je boek schrijf je dat juist deflatie hand in hand gaat met meer welvaart. Waar komt die deflatie-angst dan vandaan?
„Ten eerste geldt dat onbekend onbemind maakt. Meestal kijken we terug tot de Tweede Wereldoorlog, en concluderen we dat prijzen blijkbaar altijd stijgen. Maar ik ben tot tweehonderd jaar teruggegaan. En dan blijkt dat we ook veel perioden van dalende prijzen hebben gekend. Maar omdat we nooit deflatie mee hebben gemaakt, vinden we het angstaanjagend. Maar zelfs economen blijken de monetaire geschiedenis niet te kennen. Kijk maar naar de periode na de industriële revolutie. Toen daalden prijzen 25 jaar lang, maar de welvaartsstijging was ongekend.
Ten tweede hebben we inflatie nodig omdat onze economische groei is gebaseerd op het maken van schulden. Tot begin jaren ’70 waren de overheidsfinanciën keurig in evenwicht. Maar vanaf toen explodeerden de schulden, zowel bij overheden als bij bedrijven. En het gekke is, economen zeggen dan dat deflatie erg is omdat de schulden dan zwaarder gaan wegen. Maar wat is er dan erg, die deflatie, of het feit dat je schulden hebt?
We zitten in de nasleep van een crisis die notabene een schuldencrisis heet. En wat is het recept om eruit te komen? Nog meer schulden maken. Dat slaat natuurlijk nergens op.”
Maar de ECB heeft wel de crisis een halt toegeroepen door te zeggen dat de euro gered zou worden, ‘whatever it takes’.
„De ECB verdient alle lof voor de beslissing om de rente naar 0% te verlagen in 2011-2012. Maar ze zijn veel te lang door gegaan. Als je de rente verlaagt naar 0% als er geen economische groei is, is dat verstandig. Maar als je de rente daar houdt terwijl de economie niet meer in recessie verkeerd, wordt het een ander verhaal. En daarna zijn ze ook nog eens voor miljarden aan obligaties gaan opkopen.
Dat beleid heeft twee doelen: economische groei en inflatie. Maar de inflatie is allesbehalve aangejaagd, en groei is er nauwelijks. In dat geval zou het logisch zijn dat de ECB even bij elkaar gaat zitten en zegt: jongens, moeten we deze strategie niet even doorlichten? Werkt het wel? Maar dat doen ze niet. Het enige dat ze zeggen: Als €60 miljard aan maandelijkse steun niet werkt, kopen we voor €80 miljard aan obligaties op.
En hoe langer je dit extreme beleid vol houdt, hoe moeilijker het wordt om eruit te komen. De rentelasten van Italië zijn ongeveer gelijk aan de rentelasten uit 2008, terwijl de staatsschuld veel hoger is. Dat komt omdat de ECB de rente heeft verlaagd. Maar als de ECB daarmee stopt, en de Italiaanse rente gaat stijgen, is het land binnen no-time failliet. Landen als Portugal, Spanje, Frankrijk, die komen allemaal in de problemen. Dat is de situatie waar we nu in zitten. Ik denk werkelijk dat de ECB geen exit-mogelijkheid meer heeft, omdat ze veel te lang is doorgegaan met stimuleren.”
Waar leidt dat straks toe?
„Ellende. Want monetaire geschiedenis leert dat wanneer je de rente te lang heel laag houdt en de economie overspoelt met geld, komt er vroeg of laat inflatie op gang. Een oud-president van de Bundesbank zei dat inflatie is als tandpasta. Als het eenmaal uit de tube is, krijg je het er niet meer in terug. Als die inflatie straks op gang is, is het moeilijk die weer in toom te krijgen.”
Je pleit voor strengere regels voor de ECB. Nu is hun enige mandaat dat ze moeten zorgen voor prijsstabiliteit.
„Centrale banken moeten zo min mogelijk discretionaire ruimte moeten hebben. De geschiedenis leert ons dat zodra ze de ruimte hebben om geld bij te drukken, ze die verleiding maar moeilijk kunnen weerstaan. Dat leidde wel tot een enorme inflatiegolf. Ook in ons land. In de jaren dat DNB monetaire autonomie had, dus toen we niet vastzaten aan de gouden standaard en de gulden niet gelinkt was aan de Duitse mark, daalde onze eigen munt fors en was de inflatie hoger dan in omliggende landen. Dat lag overigens niet alleen aan DNB, maar ook aan beleid vanuit Den Haag.
Bovendien is het ongezond om zoveel macht en invloed te concentreren in een instelling waarvan de bestuurders bovendien niet ontslagen kunnen worden.”
Draghi maakt het beleid niet in zijn eentje, maar samen met de centrale bank-presidenten van de eurozone, waaronder DNB’s Klaas Knot.
„Klaas Knot is heel kritisch op het beleid van Draghi, en zit daarmee dicht tegen de rode lijn van de monetaire historie in Nederland. Namelijk dat hoge inflatie niet goed is voor onze welvaart en dat onbeperkt geld drukken geen goed beleid is. Maar zijn minpunt is dat hij te weinig met zijn vuist op tafel slaat.”
De beleidsvergaderingen van de ECB zijn niet openbaar, misschien doet hij dat binnenskamers wel?
„Maar hij moet dat ook in het openbaar doen. Jens Weidmann, de president van de Bundesbank doet het heel vaak, dat kan Klaas Knot ook. Je kunt zeggen, je moet niet in het openbaar ruzie maken, dat straalt negatief af op de ECB. Dat is tot op zekere hoogte ook zo. Maar er is een grens tussen gedogen en achter de schermen iets proberen gedaan te krijgen, en tussen wie zwijgt stemt toe. Hij loopt het gevaar de geschiedenis in te gaan als het type 'wie zwijgt, stemt toe'. Hij mag harder met zijn vuist op tafel slaan, met de lessen vanuit onze monetaire historie.”
Bron: DFT premium