Aanvullende gegevens bij het bericht van stappa:
GENT, België, 17 juni 2014 - Ablynx [Euronext Brussels: ABLX]
deelde vandaag mee dat het positieve resultaten behaald heeft in de Fase
II TITAN studie met het anti-WF Nanobody, caplacizumab, in
patiënten met verworven trombotische trombocytopenische purpura
(TTP), een zeldzame aandoening van het bloedstollingssysteem die leidt
tot uitgebreide microscopische tromboses in kleine bloedvaten doorheen
het ganse lichaam. Behandeling met caplacizumab bovenop de
standaardbehandeling resulteerde in een statistisch significante
vermindering in duur tot bevestigde normalisatie en ging gepaard met
minder exacerbaties en meer volledige remissies in vergelijking met
patiënten die de standaardbehandeling plus placebo ontvingen.
De wereldwijde Fase II klinische TITAN studie was een enkelvoudig blinde,
gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie die van januari 2011 tot
januari 2014 recruteerde. In totaal werden 75 patiënten op een 1:1
basis in een actieve behandelingsgroep en een placebogroep
gerandomiseerd. Alle patiënten kregen de huidige
standaardbehandeling die voornamelijk bestaat uit meervoudige
plasmaferesen. Het protocol voor de studie werd in september 2013
aangepast, zodat één dag met plasmaferese nog kon plaatsvinden
voor de aanvang van de studie. De patiënten in de actieve
behandelingsgroep kregen meteen een intraveneuze bolusdosis van 10 mg
caplacizumab gevolgd door een dagelijkse subcutane dosis van 10 mg van
het geneesmiddel, tot 30 dagen na de allerlaatste plasmaferese.
Patiënten in de controlegroep kregen op dezelfde tijdstippen
placebo toegediend.
Het primaire eindpunt van de studie was de duur tot bevestigde
normalisatie van het aantal bloedplaatjes, wat de klinische beslissing
ondersteunt om de dagelijkse plasmaferesen stop te zetten. De resultaten
van deze studie toonden aan dat de patiëntengroep behandeld met
caplacizumab in combinatie met plasmaferesen, meer dan twee keer zo snel
bevestigde normalisatie van het aantal bloedplaatjes bereikte tegenover
de groep die de standaardbehandeling plus placebo ontving, op gelijk
welk tijdstip gedurende de periode van 30 dagen na de aanvang van
toediening van het studiegeneesmiddel, zoals blijkt uit de "risico"
ratio van 2,2 (p = 0.013, 95%-betrouwbaarheidsinterval [1.28-3.78]);
waar het "risico" de snelheid is waarmee een gebeurtenis zich voordoet,
waar hier bevestiging van de normalisatie van het aantal bloedplaatjes
wordt bedoeld. De duur om bevestigde normalisatie van het aantal
bloedplaatjes te bereiken in patiënten die geen plasmaferese hadden
ondergaan vóór de eerste dosering met caplacizumab, had een
mediaan van 3.0 dagen in de caplacizumabgroep vergeleken met een mediaan
van 4.9 dagen in de placebogroep - een potentieel klinische relevante
daling van 39%.
Het mogelijke beschermende effect van caplacizumab bij de behandeling
van TTP werd ook aangetoond door het 73% lagere aantal patiënten
die een exacerbatie ervaarden in de actieve behandelingsgroep vergeleken
met de controlegroep, met 3 (8%) van de patiënten die caplacizumab
toegediend kregen die een exacerbatie vertoonden, vergeleken met 11
(28%) bij patiënten behandeld met placebo. Een exacerbatie wordt
gedefinieerd als de herhaling van trombocytopenie (laag aantal
bloedplaatjes) die herstart vereist van plasmaferese binnen 30 dagen na
het stoppen van de eerste dagelijkse plasmafereseperiode. Belangrijk is
dat 81% van de met caplacizumab behandelde patiënten volledige
remissie bereikten vergeleken met 46% van de met placebo behandelde
patiënten, waarbij "volledige remissie" gedefinieerd is als
bevestigde normalisatie van het aantal bloedplaatjes samen met een
afwezigheid van exacerbaties.
TTP is een ernstige en potentieel levensbedreigende ziekte. Er vielen
twee doden in de studie, beiden in de placebogroep. Het aantal
patiënten met een ernstige bijwerking tijdens behandeling was
vergelijkbaar tussen beide behandelingsgroepen, met 20 (57%)
patiënten in de caplacizumabgroep vergeleken met 19 (51%)
patiënten in de placebogroep. Het aantal bijwerkingen tijdens
behandeling was ook vergelijkbaar in beide studiegroepen. De
studiebehandeling werd gestopt vanwege een bijwerking tijdens
behandeling bij vier patiënten uit de caplacizumabgroep en twee
patiënten uit de placebogroep. Een verhoogde neiging tot bloedingen
werd waargenomen voor caplacizumab in vergelijking met placebo, met 66
voorvallen in vergelijking met 35 respectievelijk (11% en 6% van alle
gemelde bijwerkingen tijdens behandeling per behandelingsgroep
respectievelijk). Van deze bijwerkingen tijdens behandeling, waren er
vijf ernstig bij twee proefpersonen die werden behandeld met
caplacizumab tegenover twee ernstige bijwerkingen in twee patiënten
in de placebogroep. Op basis van de eerste huidige gegevens kan
caplacizumab worden beschouwd als algemeen goed verdragen in
vergelijking met placebo, met een beheersbare toename in
bloedingsneigingen.