Mythe 3 Marktwerking leidt tot kostenbeheersing
Al sinds de jaren 80 vertellen economisten ons dat gebrek aan concurrentie de overheid traag, bureaucratisch, inefficiënt en dus onnodig duur maakt, terwijl de ‘tucht van de markt’ bedrijven zou dwingen tot efficiënt werken.
Deze mythe werd in de jaren tachtig en negentig dominant en leidde tot een grote privatiseringsgolf. Kostenbeheersing? Dacht het niet. Kijk naar de vastgoedwaanzin van het ROC in Leiden, het debacle rond de Fyra en de penny wish, pound foolish-beslissingen in de zorg.
Opnieuw werden de juiste vragen niet gesteld. Wat gebeurt er als de burger verandert in een consument? Tot welke cultuurverandering binnen een organisatie leidt de entree op de markt? Wat betekent het voor de salarissen van de bestuurders? Voor de arbeidsvoorwaarden van werknemers? En: geven we met privatisering niet een belangrijk middel weg om te sturen op de lange termijn?
Mythe 4 Een stevig sociaal vangnet maakt mensen lui
In de plannen van het kabinet voor een belastingherziening gaat iedereen erop vooruit. Iedereen, behalve de mensen die het minst te besteden hebben. De mensen met een uitkering, die rond moeten komen van een bijstandsinkomen.
Dat is niet omdat het de VVD en de PvdA niet gelukt is om de knoppen van het stelsel zo af te stellen dat iedereen profiteert. Het is een bewuste keuze. Want, zo is de economistische redenering, als die luie mensen met een uitkering erachter komen dat ze meer kunnen verdienen als ze een baan nemen, dan komen ze wel van de bank af.
Mythe 5 Collectieve uitgaven zijn een probleem, private uitgaven zijn een zegen
In de VS boeken de Conservatieven veel succes met een pleidooi voor tax relief. In Nederland is het ook een mythe geworden: belastingverlaging is goed, belastingverhoging is slecht. Of algemener geformuleerd: collectieve uitgaven zijn een probleem, private uitgaven zijn een zegen. De economistische logica is: hoge overheidsuitgaven moeten betaald worden door meer belasting. Een hoge belastingdruk is slecht voor de koopkracht van mensen, en daarmee slecht voor de economische groei en dus slecht voor de werkgelegenheid. Oplossing: belastingverlaging. Om deze te betalen, u raadt het al, moet de overheid kleiner.
Het is een platte discussie. Het staat ver af van waar de discussie echt over zou moeten gaan. Niet een simpel kleiner of groter, maar waar wil ik een actieve overheid en waar niet? En welke waarden liggen daaraan ten grondslag? Dat zijn de vragen waar het om draait.
Deze vijf mythes zijn ons altijd gepresenteerd als neutrale feiten. PvdA, VVD, CDA, D66: allemaal zijn zij in de mythes van het economisme gaan geloven. Met als gevolg dat zij de samenleving al dertig jaar lang dezelfde richting opsturen: meer markt, meer groei, minder overheid. Wat heeft het ons opgeleverd? Meer ongelijkheid, meer milieuvervuiling en een overheid die wantrouwend staat tegenover zijn eigen burgers.
Maar dit kwam uit de rekenmodellen!
Maar hé: dit kwam uit de rekenmodellen! Die rekenden ons haarfijn voor: belastingverlaging leidt tot meer banen, controle tot meer werkenden, economische groei tot meer welvaart. Maar ons begrip van welvaart is veel te beperkt. Welvaart is minder dan geluk. Geluk gaat ook over hoe goed je relatie is, om maar wat te noemen. Maar welvaart is ook meer dan hoeveel er in je portemonnee zit. Robert Kennedy zei het al: het bruto binnenlands product meet eigenlijk alles, behalve dat wat het leven de moeite waard maakt.
Het evenwicht tussen markt, samenleving en overheid is de afgelopen dertig jaar zoekgeraakt. Politici zijn Nederland gaan besturen als een bedrijf, maar Nederland is geen bv. We zijn een democratie. Ik wil niet sturen op winstcijfers, of op economische groei, ik wil dat idealen centraal staan in de besluiten die ik neem. Zuinig zijn op de aarde. Mensen in staat stellen hun hart te volgen. Iedereen draagt bij en niemand laten we achter. We moeten een nieuw evenwicht vinden, tussen markt, samenleving en overheid. Met wat minder markt, met een andere overheid en met meer samenleving.
Er is behoefte aan politiek waarbij niet alleen telt wat we in geld kunnen uitdrukken, maar waarin ook telt wat intrinsiek waardevol is: natuur, vriendschap, kunst, gezond voedsel.
Dat is de politiek waar ik aan wil werken.
Ik leg me niet neer bij de status quo.
Verandering is mogelijk, de wereld zoals we die nu kennen is ons ook niet overkomen. Hij is bedacht door mensen met een idee, met een droom, met een ambitie. Niemand van ons is minder dan die mensen, en er is geen enkele reden om de wereld te accepteren zoals die is. Daarom moeten we durven om te dromen en groot te denken, moeten we durven om onze plannen uit te voeren, om te falen en opnieuw te beginnen. Vooruitgang begint met een doel, een ideaal.
Niet met een rekensom of met een model, maar met een keuze over wat we belangrijk vinden. Wat we zelf hebben opgebouwd, kunnen we ook zelf veranderen.
Dat is hoop.
volgens poster kunnen weldenkenden en goedwillenden nimmer op een politiek gedrocht als de vvd stemmen.