Er zijn altijd al zwarte moslims geweest
De zwarte geschiedenis van de Islam begon al ver voor Bilal, met Hajar. Hajar was een tot slaaf gemaakte Ethiopische vrouw, de concubine van de profeet Ibrahim (in het westen beter bekend als Abraham (vzmh)) en de moeder van Ismael (vzmh). Zij werd door Ibrahim in de woestijn achtergelaten met hun kind, als een test van God. Toen zij en haar zoon bijna van de dorst stierven, rende zij tussen twee heuvels, genaamd Safa en Marwa, terwijl ze God smeekte om hen te redden. Dat deed Zij met een bron, die later Zemzem werd genoemd. Tijdens de Islamitische pelgrimstocht (Hajj) naar Saudi-Arabië doen de pelgrims de reis na. Hajar en Ismael waren gered en via Ismael, werd zij de voormoeder van de profeet Mohammed.
“
Na de dood van de profeet vielen veel leden van de Islamitische geloofsgemeenschap terug in racisme.
Onbekend bij veel moslims zijn de vele belangrijke personen in het leven van de profeet Mohammed. Naast Bilal en Hajar was de opvoedster Baraka ook een zwarte vrouw. De profeet noemde Baraka “mijn moeder na mijn moeder”. Imam Ali, die met de dochter van de profeet trouwde, was ook een zwarte man. Alhoewel de profeet vele zwarte metgezellen had en altijd de gelijkheid van alle gelovigen voor God benadrukte, was anti-zwart racisme alsnog aanwezig.
Na de dood van de profeet vielen veel leden van de Islamitische geloofsgemeenschap terug in racisme. Het kwam helaas zelfs voor onder de meest gevierde geleerden. Mevlana Jalal-uddin Rumi, wereldberoemd en geliefd om zijn prachtige mystieke poëzie, deed onder andere de volgende uitspraken over zwarte mensen:
“In zo’n (verachtelijke) staat (als beschreven is) zou u het leven veinzen en herinnerd worden: in de zwartheid van uw gezicht (schaamte en schande) verblijdt u zich, als een neger. De neger is tevreden met zijn zwartheid, omdat hij altijd een neger is geweest. Maar hij die ook maar één dag geliefd en mooi is, zal, als hij zwart zou worden, zijn ongeluk proberen op te lossen.” – Masnavi 5:817-18 [1]
Sommige geleerden gingen zo ver in hun racisme dat ze vonden dat een moslim die geloofde dat de profeet Mohammed zwart was, een afvallige was die ter dood veroordeeld en terechtgesteld moest worden. [2] Niet-zwarte moslims, en met name Arabieren, Imazighen, Turken, Perzen en Indo-Pakistanen, maakten met name West- en Oost-Afrikanen in enorme aantallen tot slaaf. De gruwelen van de Trans-Saharaanse slavernij, die bijvoorbeeld in Mauritanië, Libië, Sudan en de Golf nog geenszins volledig voorbij is, bewijzen dit. [3]
Maar waar onderdrukking is, is verzet en zwarte moslims verzetten zich. In Basra, een stad in Irak, leidde zij de zgn. “Zanj-opstand”. Deze opstand begon op woensdag 7 september 869 en zou de geschiedenis in gaan als één van de meest succesvolle slavenopstanden ooit gedocumenteerd. [4] Zwarte moslims brachten grote geleerden, beschavingen en culturen voort, zoals b.v. Dhu al Nun al Misri, Nana Asma’u, het Sokoto Kalifaat, de Swahili-cultuur, etc. [5].
Een ander aspect van de zwart-Islamitische geschiedenis is de verbinding tussen West-Afrikaanse moslims en de Trans-Atlantische slavernij. De Islam kwam naar de Amerika’s op de slavenschepen; tot één derde van de West-Afrikaanse tot slaaf gemaakten was moslim en sommige onder hen zetten, onder andere in Brazilië en op Cuba, beroemde revoltes op touw. [6] Ayuba Suleiman Diallo was een moslim tot slaaf gemaakte en zijn memoirs werden beroemd als een van de eerste-persoon verslagen van de Trans-Atlantische slavernij. [7]