Chemicus en theoloog Jaap Hanekamp: hoe kun je tegen de waarheid zijn?
De gevaren van klimaatutopie
Door Edwin Timmer
1 uur geleden in BINNENLAND
Waarom is het zo gevoelig om over klimaatverandering te discussiëren? Waarom worden personen die kritische vragen stellen, weggezet als gestoord? Chemicus en theoloog Jaap Hanekamp ziet de oorzaak in het verheffen van klimaat tot nieuw utopisch ideaal. De waarheid is absoluut. „Je hoeft maar een blik geschiedenis open te trekken om te begrijpen: dit gaat een keer radicaal fout.”
’In België werden jongelui ooit onwel van Coca Cola. Dat ging als lopend vuurtje door Vlaanderen. Jongeren kotsmisselijk. Ziekenhuisopnames. Iedereen dacht die cola is vergiftigd. Wat bleek? De flessen en blikjes hadden waarschijnlijk op net geïmpregneerde pallets gestaan. Dat gaf een geur af die werd geassocieerd met ’eng’. Het was massahysterie. Mensen kunnen zichzelf enorm in de luren laten leggen. Het is het nocebo-effect. Het doet niks, maar het maakt je wel bang.”
Jarenlang concentreerde chemicus Jaap Hanekamp zich op voedselveiligheid. Hoe gevaarlijk zijn bestrijdingsmiddelen? „Daar kun je allerlei analyses tegenaan gooien, maar gek genoeg veranderen ze de publieke opinie vaak niet. Daarom stelde ik een diepere vraag: wie zijn we nou eigenlijk en waarom zijn we bang voor bijna alles?” Voor zijn proefschrift theologie dook Hanekamp in de historie van de utopieën.
De wereld is toch veel veiliger dan vroeger?
„Natuurlijk. Vanaf de jaren 40 en 50 nam onze leeftijdsverwachting dramatisch toe. Net als inkomen en welvaart. We maken ons niet langer zorgen over rechtstreekse gevaren als honger, ziekte en dood, maar over gevaren van straks: als ik ergens heel lang aan bloot sta gesteld, word ik misschien wel ziek. Het is een wijziging in onze cultuur van gebrek aan schaarste naar een gebrek aan veiligheid.”
Een gebrek aan gevóel van veiligheid?
„Dat is een goeie vraag. Socioloog Ulrich Beck schreef in Das Risikogeselschaft over straling, zure regen en klimaatverandering. Dat laatste was toen nog vooral ’global cooling’. Bossterfte was een groot verhaal in Duitsland. Der Spiegel sprak van ’ecologisch Hiroshima’. Er is een beeld blijven hangen dat onze samenleving een enorm risico loopt door ons eigen werk, door onze eigen technologie. Onze voorzorgcultuur stelt dan: misschien gaat iets enorme ellende veroorzaken, dus we moeten nu ingrijpen.”
Dat lukt vaak aardig.
„Als moderne burger hebben we inderdaad geleerd dat er een boel te regelen valt. Zelfs voor de lange termijn. Je kunt een hypotheek krijgen, je pensioen regelen en je verzekeren. Als je naar buiten loopt, hoef je niet gelijk bang te zijn voor struikrovers. Als er dan ineens wel een gevaar opdoemt, is de reactie: daar moeten we iets aan doen. Het is de risico-regelreflex van de overheid.”
En dus willen we het klimaat redden?
„De overtuiging dat wij het klimaat gaan stabiliseren past helemaal in het plaatje van de maakbare samenleving. Wij regelen dat met ons warmtepompje, CO2-neutraal reizen, en zonnepanelen. Wij zitten aan de knoppen.
Het is een volkomen overschatting van het menselijk vernuft. Maar pas op, er zit ook dreiging onder: als we dit niet doen dames en heren, gaan we over de grenzen van onze planeet. Stel dat je meer dan twee keer per week vlees eet, dan handel je moreel laakbaar! Zo kom je gaandeweg terecht in de utopische denkwereld.”
Waarom?
„Er worden twee wereldbeelden geschetst. De dystopie: de samenleving die ten onder gaat aan droogte, zeespiegelstijging en opwarming. En de utopie: een stabiel klimaat als wereld die voor iedereen geweldig is. In zijn Nobelprijslezing zegt Al Gore het fenomenaal mooi. ’We are what is wrong and we must make it right’. Wij hebben de boel verkloot, dus wij moeten de boel opruimen.”
Maar onze wens tot verbetering bracht ook veel goeds.
„Zeker. Zoals bestrijding van ziektes. Het was vreselijk dat velen doodgingen aan de pest. Karl Popper beschrijft dat heel goed. Hij is de grootste anti-utopist uit onze geschiedenis. Hij zegt: we weten heel goed wat kwaad is: ziekte, lijden, oorlog. Daar kunnen we wat aan doen. Maar zodra we het omdraaien, gaat het mis. Als wij willen verzinnen wat het goede is in de wereld voor iedereen, dan leert de twintigste eeuw: dat levert voornamelijk miljoenen doden op. Kijk naar het marxisme van Stalin en Mao en het nazisme van Hitler.”