Het schuurt hevig tussen energietransitie en democratie
In Wijnjewoude bestaat verzet tegen een mestvergister, in Sellingerbeetse tegen een drijvend zonnepark, en oppositie tegen windturbines zie je overal. In heel Nederland zijn er groene-energieprojecten, in vrijwel heel Nederland is er weerstand van omwonenden. Toch komen de projecten er. 'Het wordt erdoor gedrukt.'
Er is geen objectieve rechtsgang.' Dat is een boude stelling, maar Rob Rietveld, directeur van de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW), zegt het haast terloops. Rietveld heeft genoeg gezien: hij is al jaren betrokken bij verzet tegen windparken. 'Mensen gaan naar de Raad van State. Niet eens altijd omdat ze er vertrouwen in hebben, maar zodat ze kunnen zeggen dat ze er alles aan hebben gedaan.'
‘Mensen gaan niet naar de Raad van State omdat ze er vertrouwen in hebben, maar om te zeggen dat ze er alles aan hebben gedaan’
Rob Rietveld, directeur Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines
Hoe democratisch is Nederland? Vraag het aan mensen die dicht bij een windpark wonen en het antwoord laat zich raden. Niet. Zeker in het oosten van Drenthe, waar het rijk de regie heeft genomen, hebben mensen het gevoel dat ze zijn gebulldozerd. Een windpark met turbines van 210 meter, dat moest en zou er komen. Dat er mensen tussen wonen? Soit.
Vergeefs protest
En wat kan een omwonende? Naar de Raad van State stappen. Die houdt niet bij hoeveel procedures er worden gevoerd tegen zonneweides en windparken, maar tientallen zijn het zeker. Vooral grote windparken lokken protest uit. De procedure bij de Raad van State duurt zo een jaar.
Veel protest is tevergeefs. Althans, windparken N33 en Drentse Monden Oostermoer, windpark Fryslân, windpark Zeewolde: altijd zijn er bezwaren, stuk voor stuk zijn die terzijde geschoven. En bij het windpark waar de klacht wel gegrond werd verklaard, bij Geervliet onder Rotterdam, stonden de turbines allang te draaien.
Marginale toets
Is de Raad van State vooringenomen? 'We kijken naar het proces', zegt een woordvoerder van de hoogste algemene bestuursrechter van het land. Of een windpark leidt tot overlast, daarover oordeelt de Raad van State niet. Dat veel controversiële parken toch gebouwd kunnen worden, betekent dat zij de voorschriften allemaal hebben gevolgd.
'Een marginale toets', is het oordeel van Rietveld over de Raad van State. 'Die toetst niet op redelijkheid.' Volgens hem heb je daarmee geen kans dat je een windpark tegenhoudt. 'Doelstellingen, waar we hard aan werken, worden erdoor gedrukt.'
Dat steekt. En het ondermijnt het vertrouwen in de politiek, zeker in de landelijke gebieden waar de windparken komen. Dorpjes worden gemangeld door de staat. Door de 'hoge heren in Den Haag', die groots inzetten op groene energie, maar er zelf geen nadeel van ondervinden. Geen nadeel? Kom daar maar eens om in de lintdorpen in Drenthe.
Democratische legitimatie
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde vorige week een studie naar de leefomgeving. Windparken worden er niet expliciet in genoemd, maar de conclusie luidt wel dat het 'voor de democratische legitimatie van beleid belangrijk is dat burgers zich in het beleid herkennen en gehoord worden'.
Oftewel: het vergt afstemming met de burger. 'Die moet niet het sluitstuk zijn van institutioneel overleg', stelt PBL-directeur Hans Mommaas. 'De burger is nog te weinig in beeld.' De conclusie van het PBL-rapport luidt dan ook: betrek de burger meer bij leefomgevingsbeleid.
Gemeente buitenspel
Wordt de omwonende nu aan de kant gezet? 'De neiging is om te zeggen dat het niet goed gaat, maar ik moet daar toch tegenin gaan', zegt Eefje Cuppen. Zij is hoogleraar Governance of Sustainability aan de Universiteit Leiden. Eerder, aan de TU Delft, deed ze onderzoek naar controverses bij energieprojecten.
Ze onderzocht het windpark bij de N33 in Meeden en de CO2-opslag in Barendrecht. Het plan was om CO2 op te slaan onder een woonwijk. Het ministerie van Economische Zaken en Shell keken 'puur technologisch en economisch' naar het project, zag Cuppen. Aanvankelijk zette het rijk de gemeente gewoon buitenspel.
Bewoners waren woedend. De risico's waren voor Barendrecht, terwijl de baten voor de bv Nederland waren. En hoe veilig was het om CO2 op te slaan op een plek waar mensen wonen, waar kinderen spelen? Het verzet zwol aan, politiek kwamen er steeds meer twijfels en na drie jaar besloot Den Haag het plan te schrappen. Sindsdien zijn er nergens in Nederland nog plannen om CO2 op te slaan onder de grond, althans op het vasteland.
Terreurdreiging
Tegenover dat soort miskleunen staan ook projecten waar het wél goed gaat, zegt Cuppen. Windpark Krammer, op de grens van Zuid-Holland en Zeeland, noemde zichzelf ‘het grootste burgerinitiatief van Nederland’. De ruim 4000 leden zijn zelf financier en eigenaar. Hoewel ook over dat windpark tot aan de Raad van State is geprocedeerd, geldt Krammer alom als succesverhaal. De tegenpool van Oostermoer in Drenthe, waar er zelfs terreurdreiging was.
'Je ziet dat energiemaatschappijen omgevingsmanagers hebben', zegt Cuppen. 'Dat zijn mensen die vaak echt hun best doen. Er komen gebiedsfondsen, zodat de opbrengsten ook ten goede komen aan de regio. Tien jaar geleden was dit soort managers er ook wel, maar draaide het meer om vergunningen.'