Begin 2019 krijgt wethouder Verkeer en Vervoer Sharon Dijksma een vernietigend rapport op haar bureau. De Amsterdamse kades en bruggen staan na jarenlange verwaarlozing op instorten. Voor Dijksma is het nu echt duidelijk: er moet direct actie komen.
Een jaar later wordt dat onderstreept als bij een UvA-gebouw in de binnenstad een volledige kade instort. Het stadsbestuur reserveert honderden miljoenen euro’s. Nu, drie jaar later, zijn talloze kades en bruggen uit voorzorg afgesloten, zijn een tiental kilometer kade en een paar bruggen vernieuwd, maar blijven de vooruitzichten somber.
De kosten rijzen de pan uit en deze week kondigde wethouder Melanie van der Horst (Verkeer en Vervoer) aan dat meer bruggen en kades, in afwachting van herstel, worden afgesloten voor verkeer. En dat terwijl de stad al geteisterd wordt door wegopbrekingen. Hoe verder?
Geld voor acute problemen
Het liefste had de gemeente honderden miljoenen euro’s extra geld aangekondigd. Maar dat geld is er niet. Wel heeft het college (PvdA, D66 en GroenLinks) jaarlijks 25 miljoen euro extra opgenomen in het coalitieakkoord voor acute hulp. “Zo’n bedrag uittrekken is nog niet eerder gebeurd,” zei PvdA-leider Marjolein Moorman tegen Het Parool.
Daar heeft ze gelijk in. Het bedrag van 25 miljoen euro is out of pocket-geld dat vanaf volgend jaar direct op de begroting wordt gezet. Het geld moet worden gezien als werkbudget om lopende en nieuwe projecten goed te organiseren en acute problemen snel op te lossen.
De echt grote uitdagingen zitten bij de investeringen, de honderden miljoenen die nodig zijn om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Veel geld komt van leningen, en de daaraan gekoppelde rente en afschrijvingen werden de afgelopen jaren in grote mate gedekt via parkeeropbrengsten. Alleen is dat geld voor meer zaken bedoeld: denk aan onderhoud van speeltuinen of rioleringen en het veiliger maken van gevaarlijke oversteken.
Eigen doelstellingen onder druk
Ziedaar de moeilijke situatie rond bruggen en kades. De gemeente kan namelijk niet oneindig geld vrijmaken en heeft meer keuzes te maken. Volgens de laatste berekeningen is voor volgend jaar nog 65 miljoen euro ongedekt. Tot 2025 loopt dat bedrag op tot een half miljard euro (zie kader). Een ‘tandje terugschakelen’ is volgens Van der Horst de enige optie.
Zo wordt er gekeken of de levensduur van de kades kan worden verlengd door minder autoverkeer toe te staan. Daarnaast wordt gekozen voor tijdelijke, goedkopere oplossingen zoals het slaan van damwanden en niet meer de hele straat maar slechts de gewraakte damwand aan te pakken. Ook wordt onderzocht of projecten kunnen worden uitgesteld.
Met deze tijdelijke oplossingen neemt het stadsbestuur een flink risico, omdat eerder werd geschat dat 80 tot 125 bruggen en circa 60 kilometer kade de komende decennia écht moeten worden hersteld. Momenteel zijn slechts 14 kademuurprojecten ofwel in uitvoering of gaat dit gebeuren. De eigen doelstelling van de gemeente om minimaal 2 kilometer kademuur en 8 bruggen per jaar te vernieuwen, staat onder druk.
Onderhoud is niet sexy
Dat vraagt scherpe controle van de raad op een technisch dossier. GroenLinks-fractievoorzitter Zeeger Ernsting heeft daarom met een motie ervoor gezorgd dat de gemeenteraad extra hulp krijgt. Er komt een speciale begeleidingscommissie waar raadsleden externe expertise kunnen inwinnen. Het doel: beter kunnen sturen én controleren.
Hard nodig, want hoe slim, innovatief of versoberd er ook gewerkt wordt, het stadsbestuur zal in het najaar ergens geld moeten vinden. Dat gaat pijn doen, want onderhoud aan bruggen en kades is geen sexy politieke keuze. Politici reserveren liever geld voor armoedebestrijding of een sportpark.
Van der Horst heeft met haar brief het startschot gegeven voor de pijnlijke keuzes die het college wil maken. Na het reces is het ook voor de raad tijd om boter bij de vis te doen. Accepteren ze het risico van de wethouder om een tandje terug te schakelen, of eisen ze meer? Als ze meer eisen, dan moeten de partijen expliciet maken waar ze het geld vandaan halen. Inzichtelijk, ook voor de Amsterdammer.
Om hoeveel geld gaat het?
De gemeente heeft in maart dit jaar uitgerekend wat er tot 2026 aan investeringen nodig is om de kades en bruggen aan te pakken. Dit jaar is dat geld er, circa 122 miljoen euro. In principe is het niet gek dat voor de jaren daarna nog dekking gezocht moet worden, maar de bedragen waar het om gaat zijn wel gigantisch. Voor 2023 is nog 65,4 miljoen ongedekt. Voor 2026 is dat 228 miljoen euro.
Realistisch is dat de achterstand de komende jaren stijgt en de kosten toenemen. Keer op keer ontdekt het stadsbestuur dat de staat van kades en muren nóg slechter is. Daarnaast worden de projecten met de dag duurder. Gemiddeld kost een brug opknappen 10 miljoen euro, en een meter kade 35.000 euro, maar de bouwkosten stijgen snel.