marique schreef op 17 oktober 2012 14:00:
Elke professionele sporter is a.h.w. een ondernemer met als enige asset zijn intrinsieke sportkwaliteit, een mini-BV. Voor een profvoetballer is het uitbaten van zijn kwaliteit alleen mogelijk in teamverband. Daarom verhuurt hij zich bij de hoogstbiedende club of bij een club waarvan hij verwacht dat zijn kwaliteiten het best tot ontplooiing komen.
Een profvoetbalclub exploiteert een team van tijdelijk ingehuurde spelers, allemaal mini-BV’s met een eigen agenda. De huurcontracten zijn tijdelijke want ze kunnen, ook indien voor meerdere jaren vastgelegd, bij de eerstvolgende transferperiode worden verbroken. Naast de onvoorspelbaarheid van de contractduur kampt de club ook met onvoorspelbare prestaties van de mini-BV's. Individueel EN in teamverband EN in relatie tot concurrerende clubs.
Net als bij elk beursgenoteerd bedrijf kun je de cijfermatige waarde van de voetbalclub beoordelen aan de hand van het jaarverslag. Op die gegevens kun je de gebruikelijke FA-criteria los laten.
Maar zeggen die criteria iets over de kwaliteit van het verdienmodel van een voetbalclub? Dat is de vraag, want de resultaten zijn sterk afhankelijk van externe factoren die de club nauwelijks kan beïnvloeden en zeker niet kan beheersen. Chargerend gesteld, meer nog dan bij een normaal bedrijf hebben FA-criteria dezelfde voorspellende waarde als de nattevinger.
Nog wat vragen.
Kan de voetbalmarkt groeien of kunnen nieuwe aanpalende markten worden ontwikkeld?
Kan een voetbalbedrijf groeien? Autonoom of middels overnames?
Zijn er verschillen in verdienmodellen onder voetbalclubs?
Langs welke weg kan een belegging voor de aandeelhouder rendement en waardegroei opleveren? (een rijke Arabier, Rus of Chinees buiten beschouwing gelaten)
wg
Spuit 11 :-)