Crucell versnelt zoektocht naar een vaccin voor ebola
Thieu Vaessen
maandag 15 september 2014, 02:21
update: maandag 15 september 2014, 08:32
inShare
17 Hulpverleners in Liberia bij het lichaam van een aan ebola overleden vrouw.
Hulpverleners in Liberia bij het lichaam van een aan ebola overleden vrouw.
EPA
Onder druk van de humanitaire ramp in West-Afrika voert het Nederlandse biotechbedrijf Crucell zijn inspanningen op om een vaccin te vinden voor ebola. Crucell N.V. Trefwoorden: geneesmiddelen, Zorg
De Nederlanders gaan een samenwerking aan met het Deense biotechbedrijf Bavarian Nordic en hopen hun gezamenlijke vaccins begin volgend jaar voor het eerst op mensen te testen. Dat is bijna een jaar eerder dan Crucell vorige maand nog voorzag.
Grotere effectiviteit
Tot nu toe overlijdt het merendeel van de Ebola-patiënten. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO meldde dit weekeinde dat het aantal dodelijke slachtoffers in de vijf getroffen landen is opgelopen tot ruim 2400.
Crucell en Bavarian Nordic besloten tot samenwerking omdat pre-klinische studies erop wijzen dat de effectiviteit van twee vaccins, een van elk bedrijf, groter is. De vaccins moeten met een tussenpoos worden toegediend. ‘Op theoretisch niveau hebben we de bevestiging dat dit kan werken. Door de productie te versnellen, kunnen we nu eerder op mensen gaan testen’, zegt Daniel de Schryver van Johnson & Johnson, het moederbedrijf van Crucell.
GlaxoSmithKlein (GSK) en NewLink Genetics
Ook GlaxoSmithKlein (GSK) en NewLink Genetics werken aan een vaccin. Beide bedrijven lijken iets verder dan Crucell: ze zijn al bezig met het werven van vrijwilligers die willen meewerken aan testen. ‘We hopen dat we tegen het einde van het jaar een inschatting kunnen maken over de veiligheid van het vaccin,’ verklaarde Ripley Ballou van GSK eerder deze maand op een conferentie over Ebola in Genève.
De plaatsvervangend secretaris-generaal van de WHO, Marie-Paule Kieny, haalde de farmaceutische industrie vorige maand nog over de hekel. In een interview in de Franse krant Liberation zei zij dat er weinig onderzoek is gedaan naar een geneesmiddel omdat ebola ‘een ziekte van arme mensen in arme landen’ is. De farmaceuten zouden pas in actie komen als er geld is te verdienen.
Financieringsprobleem
De Schryver voelt zich niet aangesproken door die kritiek. Hij wijst erop dat Crucell al lang bezig is met het ontwikkelen van een vaccin voor ebola. In 2006 testte het bedrijf al een middel, dat toen echter niet effectief bleek. ‘Zo gaat dat’, zegt De Schryver. ‘Soms heb je te maken met tegenslag.’
Niettemin is de financiering van onderzoek naar geneesmiddelen voor veel bedrijven een probleem, zeker als het gaat om zeldzame ziektes. Nederlands bekendste viroloog, Ab Osterhaus, wijst erop dat de ontwikkeling van een geneesmiddel tientallen miljoenen en soms honderden miljoenen euro’s kost. Zo’n investering is voor een bedrijf moeilijk te verantwoorden voor wat Osterhaus ‘weesziekten’ noemt; ziekten die zich slechts incidenteel voordoen en waarbij het dodental relatief beperkt blijft.
Wereldwijd
Nu ebola niet langer een lokaal probleem is, wordt het voor bedrijven interessanter in de ontwikkeling van een medicijn te investeren. ‘Je kunt er niet van uitgaan dat een epidemie beperkt blijft, of vanzelf stopt. Soms verspreidt een infectieziekte zich opeens veel massaler of zelfs wereldwijd, zoals we met aids hebben gezien’, aldus Osterhaus.
Inmiddels komt snel meer geld beschikbaar voor onderzoek, vooral van de Amerikaanse overheid, maar ook van liefdadigheidsinstellingen. Zo heeft het Canadese bedrijf Tekmira een contract ter waarde van $?140 mln gesloten met het Amerikaanse ministerie van defensie voor de ontwikkeling van een ebola-medicijn, TKM-Ebola geheten.
ZMapp en AVI7537
Het bekendste middel in ontwikkeling is Zmapp van het Amerikaanse bedrijf Mapp Biopharmaceutical, dat onlangs is toegediend aan zeven patiënten, onder wie twee Amerikaanse hulpverleners en een Brit. Voor zover bekend zijn alle zeven patiënten genezen. Het middel is tot nu toe slechts in zeer kleine hoeveelheden beschikbaar en Mapp breidt de productie van zijn experimentele middel nu uit.
Veel genoemd is ook het middel AVI7537 van het bedrijf Sarepta. Bij testen op apen besmet met ebola zijn positieve resultaten geboekt. Maar volgens Osterhaus zijn uitgebreide studies nodig om te bepalen of experimentele geneesmiddelen als ZMapp en AVI7537 effectief zijn.
Investeren
‘Het probleem is dat we nu middelen ontwikkelen in ‘oorlogstijd’, de druk is enorm.’ Bedrijven en overheden zouden volgens de viroloog juist in ‘vredestijd’ moeten investeren in goed onderzoek naar de effectiviteit en de risico’s van nieuwe geneesmiddelen.
Zelfs nu de ontwikkeling van vaccins en andere geneesmiddelen in een stroomversnelling terecht is gekomen, zal dat geen uitkomst bieden voor de West-Afrikanen die nu worden getroffen door de Ebola-uitbraak, de ergste sinds het virus door een uitbraak in 1976 werd ontdekt. Het ontwikkelen en introduceren van een vaccin kost met alle bijbehorende procedures snel vijf tot tien jaar.
Concurrentie groot
Voor bedrijven gaat het ook om riskante investeringen, omdat de kans op succes klein is maar ook omdat de concurrentie plotseling groot lijkt te zijn. Crucell laat zich echter niet afschrikken, verzekert De Schryver van Crucell. ‘De nood is zo hoog. Het is juist heel goed dat veel bedrijven tegelijkertijd aan een middel werken. Ik zou zeggen: hoe meer hoe beter.’